Op 18.11.1658 wordt een akkoord opgesteld tussen Slegers Anneken, weduwe van Stijnen Balthasar, bijgestaan door Verluyten Peeter, haar momboir, enerzijds, anderzijds Stijnen Jan en Van Baetven Cornelis, momboirs van haar minderjarige kinderen alsook Stijnen Catharina, getrouwd met Geudens Vincent, betreffende het onderhoud van haar minderjarige kinderen.
Op 12.3.1659 verdelen Verluyten Jan, Verluyten Bastiaen en Verluyten Anna, gehuwd met Van Helsen Guiliam, de erfenis van hun ouders: Verluyten Michiel en Van Echelpoel Petronella.
Kavel 1 voor de oudste zoon Verluyten Jan
Kavel 2 voor Verluyten Bastiaen
Kavel 3 voor Van Elsen Guilliam
Op 20.3.1659 verkopen de momboirs Goors Adriaen en Henricx Wilm, de inboedel van het sterfhuis van Goors Marten en Bocx Mayken.
Kopers: Boogarts Peeter, Van de Poel Cornelis, De Cremer(Doffen), Van Lommele Merck, Verherstraten Merten, Verherstraten Carel, Verherstraten Jan, Cluyts Jan, Van Genechten Willem, Caers Geerard, Peeters Sijmon, Goor Anna, Verheyen Willem, Mans Sebastiaen, Caers Jan, Vranckx Merck, Verhoeven Anna, Bertels Merten, Sthaels Peeter, Hermans Jacob (vrouw), Van Houtven Geert, Henrickx Willem, Sijmons Sander, Stercx Jan, Peeters Mayken, Meir Pauwels, Helsen Geert, Vermiert Peeter, Goor Adriaen, Bellens Adriaen, Van Dijck Merten, Laenen Wouter, Bulkens Peeter (alias Peeters), Verbist Merten, Maes Jan, Wilborts Jan, Lijsen Ard, Van der Borcht Geert, Verboven Jan, Stevens Lisken, Spapen Adriaen, De Locht Machiel, Jongelincx Merten, Van Eynd Merten, Van Hove Jan, Joos Gielis, Belmans Jan, Scellekens Wouter, Swinnen Merten, Dijck Anthoni, Huysmans Jan, Belmans Peeter (Mr).
Op 5.6.1660 maken Vervecken Mayken, weduwe van Jans Willem, hertrouwd met Verboven Jan, Lauwereys Alida, weduwe van Jans Jan, en Jans Christijnken een overeenkomst tot verdeling van erfgoederen van Jans Willem.
Op 10.12.1661 verkopen, voor notaris Verschueren A. en getuigen De Ceuster Joannes (Janszoon) en Verluyten Sebastiaen, de erfgenamen van Heyns Willeboirt en Van Schaybourch Elisabeth nl.Heyns Mariken, weduwe van Hermans Jan, hertrouwd met Van Kerckhoven Martinus, de kinderen van Heyns Adriaen, Heyns Cathelijn getrouwd met Peeters Franchois, de kinderen van Heyns Jan.
Bieders;Cluyts Christiaen, Caers Jan (meier), Meirmans Cornelis met getuigen Verluyten Sebastiaen en Verrijt Franchois.
Koper: voornoemde Meirmans Cornelis met borg van Verluyten Bastiaen en getuigen Meynten Jackop en Spaepen Adriaen (Adriaenszoon)
Op 3.2.1661 verkoopt Persoons Coenraedt, namens zijn moeder, de helft van een bempt in Schaatsbergen, palende O Van Eynde Anthonis, Z Goor Merten, W Verheyen Claes en N Kenis Jan.
Bieders: Peeters Geert, Janssens Merten en Docx Laureys met de getuigen: Bruers Jan, Verbueken Peeter, Van Eysendijck Christiaen, Sijmons Gomaer en meer anderen
Koper wordt Docx Laureys
Op 28.6.1662 wordt een akkoord opgesteld tussen Schellekens Josijn, weduwe Bulkens Peters, bijgestaan door haar momboir, Adriaens Huybrecht, en de momboirs Verheyen Jan (Nicolaeszoon) enSchellekens Wouter, betreffende het onderhoud van haar zoon, Bulkens Jannen.
Op 28.6.1662 vraagt Schellekens Josijne, bijgestaan door Adriaens Huybrecht, haar momboir, haar rechten op de erfgoederen, volgens het testament, opgemaakt met Bulkens Peteren.
Op 6.9.1662 wordt een akkoord gemaakt tussen Van Miroye Fransois, weduwnaar van Bulkens Mayken, de momboirs, Vervorst Henrick en Van Miroye Adriaen, en Pauwels Jan, getrouwd met Van Miroye Catlijn, dochter van voornoemde Van Miroye Henrick betreffende het onderhoud van zijn minderjarige kinderen.
Op 27.2.1663 wordt een akkoord gemaakt tussen Van Elsen Guilliam en Bellens Jan, momboirs voor de kinderen uit het eerste huwelijk van Van Elsen Adriaen met Bellens Magrieten enerzijds, anderzijds Swinckels Dielis en De Peuter Dielis, momboirs voor de kinderen uit het tweede huwelijk van genoemde Van Elsen Adriaen met De Greven Maria.
Op 12.5.1663 wordt een akkoord gemaakt tussen Van den Goor Henrick (Niclaeszoon), weduwnaar van Hermans Cathelijn enerzijds, anderzijds de momboirs, Van den Goor Jan en Hermans Merten, betreffende het onderhoud van zijn acht kinderen.
Op 19.5.1663 wordt de erfenis verdeeld van Hermans Geerdt en Cools Maria tussen Hermans Merten, Van de Goor Henrick, getrouwd met Hermans Catharina en Bertels Merten, getrouwd met Hermans Elisabeth.
Voor Hermans Merten
Voor Van de Goor Henrick en Hermans Catelijn
Voor Bertels Merten en Hermans Elisabeth
Op 23.8.1663 wordt een regeling getroffen tussen Peeters Cathelijn (alias Bulkens) weduwe van Goor Jan en de momboirs, Goor Merten en Peeters Merten (alias Bulkens) betreffende het onderhoud van haar kinderen en de erfelijke goederen.
Op 4.9.1663 verklaart Oyen Pauwels, oud ongeveer 34 j, dat hij aanwezig was wanneer Van Bijlen Wybrecht en Smet Jan de goederen verdeelden voortkomende van Van Bijlen Peeter, alsook bij de beschrijving hiervan bij Bulkens Merck (notaris) waarbij aan voornoemde Smets Jan o.a. bevallen is
Op 3.10.1663 lossen Van Bijlen Wybrecht enSmets Jan, getrouwd met de weduwe van Van Bijlen Peeter enkele kwesties in minnelijke schikking op. Het betreft:
Op 19.10.1663 wordt een akkoord gemaakt tussen Peys Cathelijn, weduwe van Van De Weyer Gabriel en de momboirs, Van De Weyer Adriaen enPeys Anthoon, betreffende het onderhoud van haar 3 kinderen.
Op 25.11.1663 wordt een regeling getroffen tussen Hermans Adriaen, weduwnaar van Willems Elisabeth, voor zichzelf en anderzijds Hermans Peeter en Willems Peeter momboirs, betreffende de opvoeding en onderhoud van zijn dochter,Hermans Anneken.
Op 25.11.1663 komt een akkoord tussen Deckers Adriaen en Willems Machiel, momboirs van de kinderen van Deckers Peeters en Willems Elisabeth enerzijds, anderzijds Hermans Adriaen, getrouwd geweest met voornoemde Willems Elisabeth betreffende de nalatenschap, waaronder een obligatie ten behoef van Spaepen Adriaen.
Deckers Henrick, zoon van voornoemde Deckers Peeter, doet een schenking aan zijn halfzuster, Hermans Anneken.
Op 24.1.1664 wordt een regeling getroffen voor de erfgoederen met Bloems Jan, voor zichzelf, zijn minderjarige zuster, Bloems Catelijn en de andere kinderen van Bloems Peeter en Brosis Elisabeth, waarbij hij belooft te delen met de kinderen van Sachlevens Mayken.
Op 13.2.1664 verkopen Oyen Pauwels en Vervoort Merten, momboirs van de kinderen van Van Bijlen Jan en Vervoort Mayken percelen van erven:
Bieders: Verbist Jan met getuigen Van Opstall Lauwereys en Van Bijlen Jan. Het bod wordt verhoogd door Spapen Adriaen, Meynten Jacob met getuigen Meir Marten (Janszoon) en Meir Marten (Martenszoon). Het laatste en hoogste bod komt van Verbist Jan.
Bieders: Van Loemele Merten, Van Bijlen Jan en weer Van Loemele Merten met getuigen Van Opstal Lauwereys en Van Bijlen Jan, die koper wordt.
Op 14.2.1664 komt een akkoord tussen enerzijds Peeters Magriet, weduwe van Oyen Wouters, bijgestaan door Peeters Jannes, haar vader, en anderzijds Oyen Jan (Claeszoon) en Peeters Peeter, momboirs, betreffende het onderhoud van haar kind en de erfgoederen.
Op 12.5.1664 wordt een akkoord gemaakt tussen Baeten Christoffel, weduwnaar van Daems Elisabeth, en de momboirs van zijn 4 kinderen, Snoecx Boudewijn en Daems Jacob, betreffende hun onderhoud en de erfgoederen volgens een testament gemaakt bij Bulkens (notaris).
Op 3.7.1664 wordt een akkoord bereikt tussen Cools Sebastiaen, weduwnaar van Van Immerseel Cathelijn enerzijds, anderzijds Cools Jan en Van Immerseel Henrick, voogd en momboir van de 4 kinderen.
Op 13.10.1664 wordt een akkoord gemaakt betreffende de erfgoederen tussen Deckers Cathelijn, weduwe van Vermiert Peeter en hertrouwd met Verlinden Jannes enerzijds en anderzijds Goor Willem en Verbiest Henrick, momboirs over haar dochter, Vermiert Cathelijn.
Op 19.10.1664 wordt de schuld en de terugbetaling geregeld die Boere Peeter, weduwnaar van Verluyten Cathelijn (Jansdochter) heeft tegenover Verluyten Willem en Huysmans Marten, momboirs en voogden van de 2 kinderen van Verluyten Jans en Huysmans Jenneken nl. Verluyten Marten en Verluyten Mayken, door een obligatie van Van Blockhoven Maximiliaan.
In 1664 wordt een akkoord gemaakt betreffende het onderhoud van de kinderen en bestemming van de erfgoederen tussen Luyten Adriaen, weduwnaar van Van Passel Elisabeth en de momboirs: Heylen Jan en Luyten Jan.
Hierbij wordt bepaald dat het jongste zoontje nog 4 jaar bij zijn vader mag blijven. De vader mag, onder bepaalde voorwaarden, een perceel, genaamd het Salmbeddeken in Plassendonck onder Noorderwijk blijven gebruiken.
Op 3.12.1664 wordt een akkoord gemaakt betreffende het onderhoud van de kinderen, tussen Roest Elisabeth, weduwe van Dielis Jan, nu hertrouwd met Luyten Adriaen en Dielis Peeter en Schoors Henrick, momboirs van haar 2 kinderen.
Op 15.12.1664 stelt Willems Michiel zich borg voor de waarde van 50 heesters of kleine eiken gestaan op een perceel erven in Doffenschen aerdt aan de Eertborn, geschat door Mermans Cornelis, aanvaard en aangeslagen bij Van Genechten Mattheus en Van Isschot Jan, getrouwd met dochters van Willems Gijsbrecht tegenover Verluyten Jan, getrouwd met Hermans Dimpna.
Op 9.2.1665 worden de erfgronden verkocht en verdeeld van Cluyts Marten, waarvan 1/3 part is voor Cluyts Jan, Van Lommel Jan en Verbiest Henrick die in eigen naam optreden en voor hun medeconsoorten erfgenamen.
Getuigen: Van De Goor Henrick en Bellens Cornelis
1° koop - een schuur in Doffen en de helft van het binnengeleg
Bieders: Jongelincx Marten, Van Lommel Merten. Jongelincx Marten wordt eigenaar, met Wouters Adriaen en Van Bijlen Jan als getuigen.
2 ° koop - een perceel weide gelegen achter het binnenblok
Bieders: Van De Goor Jan, Van De Goor Henrick en weer Van De Goor Jan. Die wordt eigenaar met getuigen: Van Bijlen Marten en Peys Anthonis.
3° koop - een perceel land, genaamd het Heerenblock
Bieders: Verboven Adriaen (Adriaenszoon), Van Genechten Peeter, met getuigen Van Bijlen Joannes en Meynten Dielis. Op de dag van verkoop verhoogt voornoemde Verboven Adriaen het bod en wordt koper, met Meir Merten en Helsen Adriaen als getuigen.
4° koop – een perceel land, genaamd de Langen aan de Herstraet
Bieders: Verboven Adriaen, Van Genechten Peeter en weer Verboven Adriaen met getuigen Van Bijlen Merten en Peys Anthonis. Hij is eigenaar.
5° koop – een perceel heide
Bieders: Cluyts Jan, Huysmans Merten, Van Lommel Jan, Mans Willem met Oyen Paulus en Van Genechten Jan als getuigen.
6° koop – een deel in een heide aan de Waterloop
Bieders: Vermeulen Adriaen, rademaker, Bellens Adriaen. Vermeulen Adriaen verhoogt het bod en wordt eigenaar met getuigen: Van De Goor Nicolaes en Huysmans Merten.
7° koop – een derdel hooiwas op het Steen
Bieders: Van Genechten Peeter, Verboven Adriaen,Van Genechten Mattheus en weer Verboven Adriaen met getuigen Van Bijlen Merten en Peys Anthonis die koper is.
Op 16.3.1665 doet Lijsen Peeter (de oude) wonend in Gerheze (Herentals), oud omtrent 63 jaar, op verzoek van Deckers Gijsbrecht, een verklaring over het betalen van grondlasten.
Zo weet hij o.a. dat de kinderen van Deckers Philps nl. Deckers Henrick en Deckers Peeter half om half de lasten betalen van een driesken of weide gelegen in Gerhagen aan de Markies van Westerlo.
Op 18.3.1665 wordt een akkoord bereikt tussen Deckers Gijsbrecht, weduwnaar van Helsen Mayken en de momboirs Deckers Henrick en Helsen Geerardt momboirs van zijn dochter, Deckers Mayken betreffende het onderhoud van deze laatste.
Er komt een akkoord tussen kinderen en erfgenamen van Cluyts Merten (Corneliszoon), en Heylken Peys, nl. Verheyden Adriaen en Bulkens Peeter, momboirs van de kinderen van Cluyts Cornelis, voornoemde Verheyden Adriaen, getrouwd met Cluyts Magriet, Cluyts Jan, voor zichzelf en met Verboven Peeter, momboirs van de kinderen van Cluyts Dighnen enerzijds, anderzijds Huysmans Peeter, wonende in De Swaen in Doffen, die procuratie heeft van de moeder, volgens een akte van 3.3.1665 bij Mallants (notaris) in Balen.
Het betreft de goederen toegewezen aan de moeder, nl.
Op 24.6.1665 verkopen Peeters Peeter (alias Van Hout) en Spapen Peeter een inboedel.
Kopers: Bellens Adriaen, Huysmans Peeter, Van Hove Cornelis, Van Genechten Dingen, Verbist Jan, Peeters Mattheus, Van Eynde Cornelis, De Ketelaer Geert, Verbist Henrick, Vervecken Jan, Stercx Jan, Van Isschot Jan, Syen Dielis, Wuyts Wilm, Peeters Peeter (Van Hout), Verherstraeten Charel, Vermiert Jan, Verboven Lauwereys, Deckers Henrick, Goor Wilm, Meer Peeter, Verheyen Adriaen, Van Genechten Mattheus, Verheyen Nicolaes, Verluyten Wilm, Peeters Jan (Van Hout), Hermans Merten, Van Hout Jan, Van De Goor Henrick, Cluyts Adriaen, Spapen Adriaen, Verboven Henrick, Bertels Michiel, Meynten Jan, Van Opstal Lauwereys, Syen Cathelijn, Oyen Peeter, Stevens Anneken, Spapen Adriaen (de oude), Swinnen Merten, Thijs Henrick, Heyns Henrick met borg van Verbist Merten, Leysen Jan met borg van Van De Goor Henrick, Blyricx Bartholomeus met borg van Verbist Marten, Meir Adriaen
Op 28.10.1665 stellen de regeerders van Olen de voorwaarden op bij de uitgifte en aanbesteding van een schedule of boeck van acht bedes. De opbrengst heeft betrekking op de paaskaars van Herentals van Van Ysendijck Martinus (sr).
De aannemer wordt verplicht te innen voor Kerstmis eerstkomend.
De aanbesteding wordt gegund aan Wouters Adriaen, met borg van Meir Marten.
Op 15.1.1666 schrijft Deens Paulus (pastoor), mede ondertekend door Swinnen Henricus (kapelaan) en de schepenen Meir Merten en Swinnen Merten, een aanbevelingsbrief voor Bulckens Joannes (Marcuszoon).
Op 10.2.1666 verklaart Van Bijlen Jeroen (Janszoon) schuld te hebben aan de kerk via Spapen Cornelis en Patroons Leonardt, kerkmeesters.
Hij stelt zijn erfgoederen als onderpand.
Op 27.3.1666 worden de eigendommen verkocht uit de erfenis van Verbiest Jan en Verherstraeten Anneken door de erfgenamen:Verherstraeten Peeter in eigen naam, Verbiest Jan opkomende voor de andere kinderen van Verherstraeten Elisabeth, Verherstraeten Marten voor de andere kinderen van Verherstraeten Dionijs, Blampens Peeter voor de andere kinderen van Verherstraeten Cathelijn, Verheyden Nicolaes voor de andere kinderen van Verherstraeten Mayken, Bellens Jan (Merckszoon) voor de andere kinderen van Verherstraeten Dinghen, Van Eynde Cornelis en Hermans Jan voor de andere kinderen en erfgenamen van Verherstraeten Jan.
Koop 1 – een perceel land, genaamd de Langel, met voorwaarde jaarlijks koren of gerst te leveren aan de kerk van Olen, nu bezaaid door Van Lommel Willem
Bieders: Verherstraeten Peeter en Huysmans Merten, maar eerstgenoemde wordt koper.
Koop 2 – een perceel land op het Laer, met schuld aan de Cappelrije van Noorderwijk, met een vergoeding van Van Lommel Willem
Bieders: Bellens Jan (Janszoon) en Spapen Adriaen, waarbij de eerste eigenaar wordt.
Koop 3 – een perceel, genaamd de Bruelen
Bieders: Bellens Jan (Merckszoon) met getuigen Verherstraeten Charel en Huysmans Peeter, Van Eynde Merten en Van Genechten Huybrecht met getuigen Meir Merten en Caers Jan. Eerstgenoemde wordt eigenaar.
Koop 4 – een sille bempt op de Haersack
Bieders: Blampens Peeter en Verherstraeten Charel. De eerste wordt koper.
Koop 5 – een perceel bempt op het Voorste Geruym
Bieders: Baeten Christoffel en Verherstraeten Charel. De eerste wordt eigenaar met Cluyts Jan en Van Bijlen Jeroen als getuigen.
Koop 6 – een perceel bempt op de Cleyn Slept
Bieders: Verherstraeten Charel en Baeten Christoffel. De eerste wordt eigenaar.
Koop 7 – een bempt in de Blecke
Bieders: Bellens Jan (Merckszoon) en Van Eynde Merten. De eerste wordt koper met Verherstraeten Charel en Huysmans Peeter als getuigen.
Koop 8 – een perceel heide aan de Herstraet, genaamd de Laserije
Bieders: Verherstraeten Peeter die ook koper is, met getuigen Meir Merten en Blampens Peeter.
Koop 9 – een sille heide gelegen tegen de Asbempt
Bieders: Verluyten Jan (Michielszoon)
Wouters Jan (Doffen), omtrent 70 jaar, en Van Eynde Marten (Gerheiden), omtrent 60 jaar, oud-schepenen van Olen moeten, op verzoek van de erfgenamen van Verherstraeten Anneken, uitleg geven over de aankoop door voornoemde Van Eynde Marten, gedurende zijn schepenambt, van een perceel land, genaamd het Laer gelegen tussen Doffen en Gerheiden.
Op 30.3.1666 verkoopt Cools Sebastiaen, weduwnaar van Van Immerseel Kathelijn, bijgestaan door Van Immerseel Henrick en Meir Marten, momboirs, een huisinge in de Haperstraete, het erf waarop het staat, hof en binnenblok, palende O Meir Pauwels, Z kinderen Spapen Henrick, W Adriaers Geerardt en N de Haperstraete.
Sterckx Jan enMeir Pauwels bieden maar Sterckx Jan wordt koper.
Op 8.4.1666 wordt in het huis van Van de Wyer Adriaen een schuld geregeld door een obligatie, van Verstraten Willem (Janszoon) onend in Strateneynde onder Tongerlo aan de Tafel der Armen van de parochie Olen met getuigen: Jans Giliam en Janssens Adriaen.
Hij stelt hiervoor een perceel gelegen in Strateneynde, palende O Henrick Meer (Michielszoon), Z Heylen Jan (Mol), W Verbiest Adriaen (Janszoon), N erven Claes Jan.
Begunstigden in de obligatie: Rogiers Jan (Meester), de pastoor van Olen en Maes Mayken.
Op 15.4.1666 verkoopt Peeters Geerardt een inboedel
Kopers: Mans Geerardt, Verherstraeten Peeter, Van Eynde Cornelis, Huysmans Merten, Verheyen Adriaen, Oyen Pauwels, Verbist Merten, Verbist Peeter, Van Lommel Jan, Steurs Cathelijn,Van Castel Gommaer, Daems Jan (Vennen), Van Eynde Merten(Herentals), Van Genechten Matheus, Verheyen Elisabeth, Verbist Anthonis, Daems Jan (Jacobszoon), Cluyts Christiaen, Peeters Merten, Bellens Adriaen, Van Goor Henrick, Verboven Adriaen, Van Lommel Elisabeth, Mijnten Jacob, Sevijn Peeter, Peeters Pauwels, Van Opstal Lauwereijs, De Busser Jan, Jongelincx Marten, Vermiert Wouter, Goor Peeter, Bellens Merck, Vervecken Jan, Verherstraeten Merten, Van Bijlen Jan, Keinis Peeter, Verluyten Sebastiaen, Voncx Ambrosius, Wouters Adriaen (Janszoon), Geudens Jasper, Lemmens Henrick, Van Eynde Anthonis, Patroons Leonardt, Spapen Adriaen, Op Soom Michiel, Van de Goor Magriet, Verboven Adriaen (Adriaenszoon), Steurs Adriaen, Verherstraeten Charel, Verboven Peeter (Janszoon), Bellens Merck (Christiaenszoon), Cluyts Jan (Vennen)
Op 6.5.1666 wordt een huurachterstand geregeld die Cools Sebastiaen, vallende onder de jurisdictie van Oevel, schuldig was aan de kinderen van Van Springel Jans (alias Oyen).
Op12.5.1666 ontdekken Van den Goor Henrick, ten eerste, Van de Goor Jan, ten tweede en ten derde Spapen Adriaen, momboir van de minderjarige Van de Goor Annelies, dochter van Van de Goor Peeter en Spapen Elisabeth, allen kinderen en erfgenamen van Van de Goor Nicolaes en Spapen Elisabeth uit Doffen, dat er lasten en schulden rusten op het sterfhuis die zij moeten vereffenen.
Voornoemde Van de Goor Henrick, gehuwd met Hermans Cathelijn, bijgestaan door de momboir Hermans Merten, betaalt een schuld aan Laenen Willem, aan de Cappelrije van St-Jacob in Herentals, en aan Bellens Cornelis.
Van De Goor Jan betaalt aan Laenen Willem (Geel), aan Peeters Christina en aan de kerk van Noorderwijk.
Als momboir zal Spapen Adriaen voldoen aan Van de Weyer Adriaen, getrouwd met de weduwe van Peys Jans, aan Molenberchs Jannes, aan de pastoor van Olen en aan de Cappelrije van St-Jacob.
Op 10.6.1666 verkopen Van Lommel Mayken (Mertensdochter), weduwe Wouters Jans, en haar kinderen de inboedel van het sterfhuis.
Kopers: Snijers Jan, Goor Peeter, Daems Jan, Bellens Adriaen, Van Bijlen Merten, Bellens Merck, Swinnen Merten, Wouters Adriaen, Bertels Merten, Wouters Adriaen (Janszoon), Verheyen Barbara, Verboven Henrick, Maes Maria, Verbist Peeter, Huysmans Peeter, Bellens Adriaen, Cluyts Merten, Spapen Cornelis, Verherstraeten Charel, Cleynen Jan, Jongelincx Merten, Symons Alexander, Bleirincx Peeter, Moons Jan, Van Lommel Elisabeth, Verluyten Jan, Huysmans Willem, Daems Adriaen met borg van Wouters Adriaen, Verbist Jan, Van Hove Henrick, Van Bijlen Marten
Op 17.7.1666 stelt Wouters Henrick, inwoner van Olen, zich borg voor Van Lommel Merck.
Op 6.10.1666 verkopen Verherstraeten Merten en Verboven Elisabeth, weduwe van Meermans Adriaen, een inboedel.
Kopers: Verboven Adriaen, Verheyen Geertruyt, Voncx Abrosius, Caers Jan, Van Isschot Jan, Verboven Peeter, Van Eynde Marten, Callarts Mayken, Van De Goor Henrick, Van Outsel Nicasius, Cocx Joris met borg van Cluyts Christiaen, Wouters Adriaen
Op 3.11.1666 wordt een overeenkomst gesloten tussen Verheyden Anneken (Lucasdochter), weduwe van Hermans Merten (Geeraertszoon), bijgestaan door haar momboir, Meynten Jacob, enerzijds, anderzijds Verboven Peeter (Mertenszoon) en Bertels Merten, momboirs, betreffende het onderhoud van de kinderen: Hermans Mayken, Hermans Geeraert, Hermans Lisken en Hermans Merten.
Op 13.12.1666 wordt de erfenis verdeeld van Hermans Marten en Thijs Elisabeth tussenVerluyten Jan, getrouwd met Hermans Digne, Verbiest Marten, weduwnaar van Hermans Elisabeth, bijgestaan door Verbist Jannes, momboir van zijn kinderen.
Kavel 1 – voor Verluyten Jan
Kavel 2 – voor Verbist Merten en zijn kinderen
Op 13.1.1667 wordt door Goyvards Niclaes en zijn broer Goyvaerdts Jan een schuld geregeld.
Op 3.2.1667 verkopen Peeters Symon en Van Dornick Peeter, momboirs van de kinderen van Peeters Adriaen en Van Dornick Elisabeth, de erfgoederen.
Kopers: Vennekens Jan, Van Genechten Geert, Pellen Jan, Peeters Symon, Verluyten Willem, Swinnen Michiel, Van Gool Peeter, Verbist Jan (Gestelen), Van Outsel Nicasius, Laenen Cornelis, Bogarts Cornelis, Mols Peeter, Van Genechten Geerardt, Verschueren Jan, Valkenborch Mathijs, Van Genechten Jan, Laenen Wouter, Henricx Anthonis, Mans Wilm, Lauwereys Jan, Daems Jan, Kerckhofs Lambrecht, Peeters Jan, Goor Adriaen, Bellens Elisabeth, Verheyen Mayken, Syen Jan, Claes Adriaen, Bogarts Peeter, Van Elsen Jan, Staels Peeter, Wuyts Jan, Gijsen Anthoni, Heylen Pauwel, Van Gestel Adriaen, Heyns Jan, Peeters Anna, Schuermans Amandt, Diericx Ardt, Deckers Christiaen, Bertels Marten, Van De Wijer Melchior, Van Dijck Peeter, Laermans Jan, Wuyts Christiaen, Van Dornick Amandt, Meir Adriaen, Van Kerckhoven Adriaen, Van Passel Peeter, Van De Poel Jan, Van Dingenen Adriaen, Smets Jan, Bertels Jan, Van De Perre Henrick, Vermiert Jan, Lijsen Ardt, Claes Henrick, Jongelincx Merten, Van Mechelen Guilliam, Molenberch Jan, Van Den Broeck Christiaen, Verbraeken Cornelis, Vaes Lembrecht, Verheyen Wilm, Vervorst Henrick, Van Den Bosch Jacob, Verboven Joos, Mertens Jan, Joos Diel, Van De Perre Andries, Hellen Frans, Verwimp Wouter, Van Lier Jan, Govarts Govaert, Van Eynde Cornelis, Verachtert Jan, Djoos Diel, Smeyers Peeter, Peeter Cornelis, Snyers Abraham, Bulkens Merck (meester), Swinnen Michiel, Smolderen Merten, Verdonck Wouter, Sannen Peeter, Djoos Jan, Peeters Anna,Willekens Adriaen, Vermiert Peeter, Beys Jan, Schuermans Jan, Goosheyns Wilm, Van Meroye Adriaen, Helsen Merten, Schoors Henrick
Op 9.3.1667 verkoopt Verilt Elisabeth, weduwe Verbiest Peeter, bijgestaan door De Busser Jan en Verilt Peeter, momboirs, erfgoederen.
Kopers: Bellens Adriaen, Verilt Peeter, Verherstraeten Merten, Verherstraeten Jan, Peeters Adriaen, Van Eynde Anthonis, Van Lommel Willem, Verherstraeten Charel, Van De Poel Cornelis, Wouters Adriaen, Laenen Jan, Vermiert Jan, Hermans Cornelis, Verboven Adriaen (Mertenszoon), Huysmans Peeter, Laenen Cornelis, Huysmans Willem, Swinnen Merten, Verheyen Elisabeth, De Busser Jan, Cluyts Jan, Van Genechten Jan, Van Passel Cathelijn, Verluyten Sebastiaen, Steurs Adriaen, Meuris Jan, Pauwels Peeter
Op 1.3.1667 verkopen Leijsen Peeter en Van Isschot Jan, momboirs van de kinderen van Van Eynde Marten en Van Isschot Cathelijn de inboedel.
Kopers: Verherstraeten Marten, Van Isschot Jan, Bogerts Wouter, Bellens Michiel, Laenen Cornelis, Cleynen Jan, Verboven Adriaen, Bellens Jan, Huysmans Jacop, Srijnen Jan, Van Genechten Jan, Van Den Bruel Peeter, Heyns Adriaen, Oyen Jan, Lijsen Peeter, Hermans Cornelis, Verherstraeten Joris, Smets Jordaen, Cluyts Jan (Mertenszoon), Van Elsen Jan, De Vos Jan, Cluyts Merten, Bulkens Merck (meester), Moons Jan, Helsen Adriaen, Bleirincx Peeter, Van Mechelen Guilliam, Meir Merten, Van Eynde Jan, Wouters Adriaen, Bellens Adriaen, Verbiest Jan, Peeters Geert, Verbiest Henrick, Sprengers Wouter, Michiels Matthijs, Huysmans Peeter, Van Dornick Marten, Claes Henrick, Coomans Anthonis, Verheyen Nicolas, Swinnen Marten, Verluyten Sebastiaen, Verheyen Gertruyt, Huysmans Willem, Caers Jan
Op 2.5.1677 wordt op verzoek van Van Hove Henrick en Wouters Jan, momboirs, de inboedel en de oogst op het veld van Oyen Pauwels ge-inventariseerd en getaxeerd.
Op 25.4.1667 verkopen Van Bijlen Mayken, weduwe Oyen Pauwels, en de momboirs, Van Hove Henrick en Wouters Jan, gronden en percelen.
Op 22.6.1667 volgt een uitspraak na procedures voor de schepenen van Westerlo en Lier over procedure- en andere kosten tussen enerzijds Lijsen Peeter, voor zichzelf en met Van Eynde Jan (Martenszoon) als momboir van de kinderen van Van Eynde Marten en van de kinderen van Van Olmen Peeter, Van Bijlen Jan en Luyten Adriaen, momboirs van de kinderen van Van Eynde Jans, Gielis Sprengers, man en momboir van Van Passel Jaquemijn, dochter van Van Eynde Maria.
Anderzijds Moors Arnoldus (meester) de zaken behartigend van De Waegenaer Andries, man en momboir van Rikeer Elisabeth, weduwe van Van Eynde Cornelis.
Op 22.11.1667 wordt een inventaris opgemaakt ter quisitie van Van Blockhoven Max. (jonkh), drossardt van Westerlo-Olen van de hafelijke meubelen van Peeters Marten (Doffen) om het deel te bepalen dat aan de markies toekomt, bij het afsterven van Peeters Peeter, zoon van voornoemde.
Op 26.11.1667 komt een uitspraak over de onenigheid bij een erfenis.
Lijsen Peeter en Van Isschot Jan, momboirs van de kinderen van Van Eynde Marten, Van Eynde Jan, zijn moeder, Bellens Mayken, weduwe van Van Eynde Jan, en zijn zusters, Van Passel Jaquemijnken, getrouwd met Sprengers Gielis, Luyten Adriaen en Van Olmen Merten, momboirs van de kinderen van Van Olmen Peeter, allen erfgenamen van Van Eynde Jan en Van Eynde Cornelis, zullen wegens allerlei processen en onkosten een vergoeding moeten betalen aan De Waegenaer Andries, getrouwd geweest met de weduwe van voornoemde Van Eynde Cornelis. Ook Cornelis Nicolaes, getrouwd met Van Eynde Elisabeth moet bijdragen.
Op 15.11.1667 wordt een akkoord bereikt tussen Claesswinnen Michiel, wonende in Meren, enerzijds, anderzijds Verluyten Mayken, weduwe Spapen, hertrouwd met voornoemde Claesswinnen Michiel, bijgestaan door Meer Merten, haar momboir, en haar dochter, Spapen Anneken getrouwd met Van Hove Jeroen.
Dit akkoord betreft de erfelijke goederen en werd opgemaakt ten huize van Daems Jan (Buul) met getuigen Van Eynde Peeter, meier van Oevel en Swinnen Marten (schepen).
Er staan obligaties bij Bertels Jan (Janszoon), Van Bijlen Jeroen en Bertels Marten.
Op 23.4.1668 verschijnt Van de Goor Jan (Nicolassone) voor Caers Joan. (notaris) en de getuigen Wouters Adriaen en Van Rompay Jan, in verband met rekeningen, door hem behandeld als burgemeester van Olen, ingegaan in 1665, gepasseerd voor meyer en schepenen op 14.3.1665, o.a. een obligatie van Peeters Peeter (Meren) ten laste van de gemeente Olen.
Op 28.4.1668 wordt een akkoord bereikt tussen Van Bijlen Mayken, weduwe van Oyen Pauwels, bijgestaan door Van Hove Jannis, haar momboir, en Van Hove Henrick en Van Bijlen Jeroen, momboirs, betreffende het onderhoud van haar 5 kinderen.
Op 28.4.1668 wordt grond verkocht door Patroons Lenaert, momboir van Siegers Adriaen, aan Van De Weyer Adriaen. Meer Merten en Meer Adriaen zijn getuigen.
Het betreft een erfdeel van Verstappen Martine, moeder van voornoemde Siegers Adriaen, - een perceel gelegen in het Molemans, palende O Sterckx Marten, Z erven Verstappen Adriaen, W de Hermans strate, N Tsieghers Christiaen.
Op 26.5.1668 wordt de erfenis verdeeld van Cluyts Joris en Kenis Paesschynken tussen Cluyts Jan, Cluyts Merten, Cluyts Joris, Cluyts Mayken, gehuwd met Stevens Joannes, en Cluyts Elisabeth, bijgestaan door haar momboir, Cluyts Merten (d’oude) uit Gerheiden.
Kavel 1 – voor de oudste zoon, Cluyts Jan
Kavel 2 – voor Cluyts Elisabeth
Kavel 3 – voor Cluyts Joris
Kavel 4 – voor Cluyts Mayken
Kavel 5 – voor Cluyts Merten
Er zijn schulden aan het gasthuis van Herentals.
Op 6.9.1688 wordt een inboedel verkocht door Spapen Adriaen(Mertenszoon) en Van Eynde Anthonis, momboirs van Peeters Jannes, zoon van Peeters Geerardts en Van Eynde Elisabeth.
Kopers: Verheyen Adriaen, Snyers Abraham met borg van Van Lommel Jan, Van Hove Henrick, Peeters Adriaen, Daems Jan, Verboven Adriaen (Mertenszoon), Wouters Adriaen, Bellens Merck, Van Lommel Adriaen met borg van Meir Merten (schepen), Cluyts Jan (Mertenszoon), Verherstraeten Merten, Van Sprengel Peeter, Van Den Broeck Henrick, Van Lommel Jan, Cluyts Christiaen, Jongelincx Merten, Huysmans Willem, De Busser Jan, Wijtens Jan, Breugelmans Bavo, Bellens Adriaen, Laenen Cornelis, Huysmans Merten, Verluyten Merten (Adriaenszoon), Lijsen Peeter, Thielemants Sebastiaen, Verboven Lauwereys, Peeters Merten, Verheyen Elisabeth, Van Dijck Geert, Van Elsen Henrick, Cleynen Jan, Bouwen Adriaen met borg van Caers Jan (Meyer), Van De Goor Henrick, Wouters Adriaen op het Schrans, Sprengers Jan, Geens Weinart, Callarts Peeter, Bouwen Peeter, Mans Dominicus, Jacobs Jan, Verherstraeten Carel
Op 6.9.1668 wordt een akkoord bereikt tussen Peeters Marten, weduwnaar van Verboven Maria, wonend in Doffen, anderzijds Goor Peeter en Verboven Adriaen (Mertenszoon), momboirs van zijn 5 kinderen, betreffende het onderhoud van deze kinderen.
Op 6.10.1668 worden bij loting de erfgoederen verdeeld van Van Bijlen Cathelijn (Cornelisdochter) door Van Bijlen Marten (Corneliszoon) en Van Eynde Jan, momboirs van de kinderen van Van Bijlen Jan en Peeters Mayken
Kavel 1 - Voor voornoemde kinderen:
Kavel 2 - Voor Van Bijlen Marten
Op 7.11.1668 wordt een akkoord gemaakt betreffende de bezittingen van Verbiest Jan, weduwnaar van Swinnen Cathelijn, tussen enerzijds Hermans Adriaen, als last en procuratie van voornoemde Verbiest Jan, anderzijds Lijsen Peeter, gehuwd met Verbiest Cathelijn, voor zichzelf en met Helsen Adriaen als momboir van de minderjarige Heylen Jan (Pauwelszoon) zoon van Verbiest Anneken, dochter van Verbiest Jan voornoemd, Verbiest Merten, Lemmens Henrick, getrouwd met Verbiest Elisabeth, Lauwereys Goossens, gehuwd met Verbiest Mayken, allen kinderen van voornoemde Verbiest Jan en Swinnen Cathelijn.
Op 7.11.1668 verkopen Helsen Adriaen en Lijsen Peeter, momboirs van de kinderen van Heylen Jan (Pauwelszoon) en Verbiest Anneken (Jansdochter) een deel van de hafelijke goederen.
Kopers: Bouwen Jan, die 20 viertellen moet leveren aan Van Dijck Wilm en Verbiest Jan, Meer Merten, Helsen Adriaen
Op 19.11.1668 wordt een inboedel verkocht door Daems Adriaen en Van Isschot Jan, momboirs van de kinderen van Goor Willem en Vermiert Magriet.
De hele have is opgekocht door Verbiest Henrick uit Gerheze.
Er zijn schulden aan Van Houdt Jan, Spapen Adriaen, Hermans Wouter.
Op 28.11.1668 wordt vee verkocht door Van Genechten Matheus Huybrechtszoon) en Peeters Andries, momboirs van het kind van Van Genechten Jans en Peeters Magriet.
Kopers: Verboven Adriaen, Peeters Andries, Van Genechten Mattheus, Gebruers Henrick
De koopdag gaat door aan het kapelletje op de Herstraet.
Op 11.12.1668 verkoopt Helsen Adriaen het vee van zijn broeder.
Kopers: Daems Jan, Bouwen Jan, Daems Adriaen, Van Isschot Jan
Op 9.1.1669 wordt, in aanwezigheid van Caers Joan. (notaris) en de getuigen Matthijs Merten en Janssens Geerardt, een akkoord bereikt, betreffende de kinderen, tussen Peeters Mayken, weduwe van Van Bijlen Jan, hertrouwd met Peys Jan, geassisteerd door Van den Weyer Adriaen enerzijds, anderzijds Van Bijlen Merten en Van Eynde Jan (Janszoon), momboirs van de 2 minderjarige kinderen van voornoemde Peeters Mayken.
Op 14.1.1669 wordt een akkoord bereikt tussen Gebruers Mayken, weduwe Van Meroye Adriaen, bijgestaan door Verherstraten Charel, enerzijds, anderzijds Vervorst Henrick en Huysmans Wilm, momboirs van de minderjarige Van Meroye Wilm (Adriaenszoon), zoon van voornoemde Gebruers Mayken.
Op 14.1.1669 verkopen Daems Adriaen en Van Isschot Jan, momboirs van de kinderen van Goor Willem en Vermiert Magriet, een inboedel.
Kopers: Van Genechten Jan, Verherstraeten Charel, Van Isschot Jan, Jacobs Jacob, Van Hove Henrick, Berthels Merten, Meirmans Cornelis, Willekens Bernaert, Spapen Adriaen, Spapen Peeter, Huysmans Willem, De Volder Jan, Moons Jan, Cluyts Christiaen, Wouters Adriaen, Verheyen Adriaen, Van Hout Wilm, Jacobs Jan, Smets Adriaen, Berthels Michiel, Helsen Adriaen, Van Genechten Mattheus, Verbiest Merten, Huysmans Merten, Snijers Jan, Vekemans Andries, Verboven Adriaen, Bellens Jan, Stijnen Jan, Laenen Jan, Peeters Adriaen, Verboven Jan, Vleugels Cornelis, Geens Beinaert, Caers Jan, Vermiert Cathelijn, Bellens Adriaen, Van Castel Gommaer, Vermeulen Peeter, Cleynen Jan
Op 20.1.1669 verhuren Daems Adriaen en Van Isschot Jan, momboirs van de kinderen van Goor Willem, aan Sergers Jan, een perceel land, gelegen op de hoek van de Weirstraet of de Miswech van Gerhaegen en de straten lopende naar Meren.
Op 26.1.1669 wordt de erfenis verdeeld van de zusters Vervecken Mayken en Vervecken Digne, in aanwezigheid van Caers Joan. (notaris) en de getuigen Verbiest Merten en Spapen Adriaen, tussen 1° Van den Wyer Adriaen, momboir van Vervecken Jan (Adriaenszoon) en van Van de Wyer Anneken, 2° Van Dijck Jan (Janszoon) voor zichzelf en voor zijn broers Van Dijck Anthoon en Van Dijck Adriaen, zonen van Vervecken Cathelijn, 3° Huysmans Jan, getrouwd met Vervecken Anna.
Kavel 1 – geloot door de minderjarige Vervecken Jan (Adriaenszoon)
Kavel 2 – voor Van Dijck Jan
Kavel 3 – geloot door Huysmans Jannes
Op 4.2.1669 verkopen Van Genechten Matheus en Peeters Andries, momboirs van de kinderen van Van Genechten Jan en Peeters Magriet, een inboedel.
Kopers: Verheyen Nicolaes, Verheyen Geertruyt, Oyen Jan, Van Hove Henrick, Van Genechten Mattheus, Van Genechten Jan,Van Olmen Merten, Berthels Michael, De Busser Jan, Verherstraten Charel, Helsen Adriaen, Huysmans Willem, Van Genechten Huybrecht, Peeters Andries, Verboven Adriaen, Snijers Jan, Govaerts Jan, Oyen Amant, Verheyen Lisabeth, Bulkens Elisabeth, Huysmans Jacob, Verboven Peeter, Cluyts Adriaen, Huysmans Dionijs, Oyen Peeter, Peeters Adriaen, Van Hove Jeroen, Verbiest Merten, Cleynen Jan, Maes Adriaen, Peeters Peeter, Moons Jan, Huysmans Jan, Rogiers Jan, Cluyts Christiaen, Blocks Peeter, Bleirincx Peeter, Smets Adriaen, Stercx Jan, Wuyts Willem, Van Eynde Anthoon, Caers Jan, Bulkens Merck, Laenen Cornelis, Van Hoogenberghe Martinus (Meester), Nijs Dierick, Bellens Merck, Willems Jeroen
Op 11.2.1669 wordt de erfenis verdeeld van Van Eynde Merten en Van Isschot Cathelijn, in aanwezigheid van Caers Joan. (Notaris) met Wouters Adriaen en Verbiest Merten (Janszoon) als getuigen, tussen de bejaarde Van Eynde Jan, de 2 minderjarigen Van Eynde Nicolaes, geassisteerd door Meer Merten (schepen) en Van Eynde Adriaen, Michielsen Matthijs, getrouwd met Van Eynde Dympna, en de bejaarde Van Eynde Elisabeth, bijgestaan door Bellens Cornelis. Alle comparanten worden geassisteerd door Lijsen Peeter en Jannes Van Isschot, hun gezamelijke momboirs.
Kavel 1 – geloot door Van Eynde Jan
Kavel 2 – geloot door Van Eynde Nicolaes
Kavel 3 – bevallen aan Van Eynde Adriaen
Kavel 4 – bevallen aan Van Eynde Dympna
Kavel 5 – bevallen aan Van Eynde Elisabeth
Op 14.2.1669 wordt de erfenis verdeeld van Verboven Jan en Verboven Adriaen tussen Caers Jan, getrouwd met Verboven Mayken, Schellekens Wouter, gelaste van Heylen Jan, momboir van de kinderen van Verboven Peeter, Wouters Willem, momboir van de kinderen van Wouters Peeter en Verboven Cathelijn.
Kavel 1 – voor Caers Jan
Kavel 2 – voor de kinderen van Verboven Peeter
Kavel 3 – voor de kinderen van Wouters Peeter
Op 6.3.1669 houden Verherstraeten Merten en Vervecken Jan, momboirs van het kind van Verherstraeten Jan en Vervecken Lisabeth een verkoop.
Kopers: Peeters Peeter (Van Hout), Lijsen Amandt, Van Dungenen Jan met borg van Helsen Merten, Peeters Merten
Op 6.3.1669 wordt, in aanwezigheid van Caers Joan. (notaris) en getuigen Bellens Adriaen en Verherstraten Joris, de erfenis verdeeld van Bellens Merck en Verherstraeten Dympna onder Bellens Jan, Bellens Mayken, gehuwd met Cluyts Jan, Bellens Magriet bijgestaan door Verherstraten Peeter.
Kavel 1 – voor Bellens Jannis
Kavel 2 – voor Bellens Mayken
Kavel 3 – voor Bellens Magriet
Op 13.3.1669 verkopen Verbinnen Henrick en Schellekens Wouter, momboirs, een inboedel.
Kopers: Mijnten Jacob, Verbiest Jan, Govaerts Jan, Van Dornick Henrick, Verbiest Merten, Bleirincx Peeter, Lauwereys Lauwereys, Huysmans Merten, Laenen Peeter, Huysmans Wilm, Verherstraten Carel, Meer Adriaen, Van Den Broeck Henrick, Vermeulen Peeter, Verboven Lauw., Vervecken Mayken, Willems Peeter, Wouters Adriaen, Bellens Merck,Van de Perre Andries, Napen Merck, Lemmens Henrick, Cleynen Jan, Verbiest Willem, Van Hove Henrick, Verluyten Magriet, Van Den Broeck Christiaen, Verbiest Geert, Schellekens Wouter, T’Sijen Jan, Berthels Michiel, Sijmons Alexander, Peskens Jan, Verluyten Henrick, Wijtens Jan, Hermans Cornelis, Vos Jan, Peys Anth., Daems Jan, Bissers Jan, Hermans Elisabeth, Nijs Dierick, Van Houdt Willem, Cluyts Jan (Doffen), Van Genechten Jan, Van Genechten Cornelis, Verluyten Jan, Schuermans Amant, Bloems Peeter, Beyns Jan, Baeten Christoffel, Gebruers Henrick, Bellens Geerardt, Swinnen Henrick, Laenen Dympna, Willems Jeroen, Janssens Peeter, Van Eynde Jan, Biermans Peeter, Van De Wijer Adriaen, Sleigers Henrick, Goossens Peeter, Gebruers Mayken, Laenen Cornelis, Vervorst Henrick, Oyen Peeter
Op 15.3.1669 verkopen Huysmans Willem en De Loecht Michiel, momboirs van de kinderen van Hoofs Jan en Berthels Anneken, een inboedel.
Kopers: Verbiest Geeraert, Wuyts Willem, Meer Adriaen, Van Castel Gommar, Van Dingenen Merten, Blampens Peeter, Cluyts Adriaen, Cluyts Merten, Wouters Adriaen, Caers Jan, Verstappen Michiel, Helsen Adriaen, Bouwen Peeter, Vermiert Peeter, Napen Merck, Verbiest Geert, Elsen Henrick, Huysmans Peeter, Huysmans Wilm, Huysmans Jacob, Verlynden Jan, Verherstraten Charel, Laureysen Pauwels, Stijnen Jan, De Busser Jan, Vermeulen Adriaen, Verboven Peeter, Sleigers Henrick, Grootijans Jan,Van Hove Henrick, Berthels Jan, Van Hout Jan, Van De Poel Cornelis, Van Isschot Jan, Peeters Michiels met borg van Van Genechten Mattheus, Berthels Peeter, Spapen Peeter, Verboven Lenaerts, Verheyen Peeter, Laenen Cornelis
Op 15.5.1669 verkopen Verheirstraten Merten en Vervecken Jan, momboirs van het minderjarige kind van Verheirstraten Jan en Vervecken Elisabeth een inboedel.
Kopers: Verherstraten Charel, Verherstraten Merten, Vermeulen Adriaen, Van Hout Pieter, Verbiest Geert, Verluyten Wilm, Cluyts Elisabeth, Sprengers Dielis, Bulkens Merck (meester),Peeters Peeter, Butters Jan, Bellens Merck, Van Genechten Mattheus, Henrick Van Hove, Verboven Pieter, Cleijnen Jan, Deckers Jan, Oyen Jan, Huysmans Merten, Peeters,Van Hout Peeter, Bulkens Jan, Van Dijck Geert, Sprengers Jan, Steurs Adriaen, Daems Jan, Van Hove Jeroen, Oyen Amant,Vervecken Jan, Peeters Elisabeth,Caers Jan, Huysmans Wilm, Van de Poel Cornelis, Wuyts Willem, Briers Mayken, Daems Jan, Laenen Jan, Veriet Jan, Verherstraten Dinghen.
Op 20.5.1669 stellen Van Dijck Jan en Van Dijck Adriaen zich borg voor het onderhoud van hun ouders.
Op 21.5.1669 wordt de erfenis verdeeld van Vervecken Willemes en Daems Cathelijn tussen Vervecken Jan, Vervecken Mayken, gehuwd met Peeters Peeter (alias Van Houdt), Verherstraten Merten, momboir van Verherstraten Mayken, dochter van Verherstraten Jan en Vervecken Elisabeth.
Kavel 1 – bevallen aan Verherstraeten Mayken
Kavel 2 – voor Vervecken Jannes
Kavel 3 – voor Vervecken Mayken
Op 5.6.1669 verschijnt Meer Merten (schepen), omtrent 57 jaar, op verzoek van Van Blockhoven Maximiliaan (jonker), drosserdt van Westerlo, voor Caers Joan. (notaris) en getuigen Van Genechten Huybrecht en Vervecken Jan (junior) in verband met zijn optreden als schepen.
Op 6.6.1669 worden de nagelaten goederen verdeeld van Verboven Jan en Deckers Mayken tussen Verboven Jan (Janszoon), Verboven Cathelijn, getrouwd met Verherstraten Merten en Verboven Anneken, getrouwd met Jacobs Jan.
Kavel 1 – voor Verboven Cathelijn
Kavel 2 – voor Verboven Anneken
Kavel 3 – bevallen aan Verboven Jannes (Janszoon)
Op 28.9.1669 verkopen Willems Peeter en Wouters Hendrick, momboirs van de kinderen van Wilms Michiel en Verluyten Mayken aan Van Lommel Elisabeth, weduwe Verluyten Adriaen, en moeder van Verluyten Merten, een perceel heide in Schaatsbergen, palende O en N Peeters Jan (Geertszoon), Z Baeten Christoffel, W de straat van Doffen naar Schaatsbergen.
De verkoop gebeurt in het huis van Huysmans Merten in aanwezigheid van Meer Merten (Mertenszoon), Verherstraten Charel en meer andere getuigen.
Op 1.10.1669 verkopen Heylen Jan en Luyten Jan, momboirs van de kinderen van Luyten Adriaen en Van Passel Elisabeth, in aanwezigheid van Claes Joannes (notaris) en Van Dornick Merten, aan Van Olmen Merten, momboir van de kinderen Peeters Van Olmen, een stuk boomgaard met land in Hezewijk palende O een klein straatje van de Hese naar de kerk van Olen, Z de kinderen Peeters van Olmen erfgenamen, W Sprengers Dielis N de straat.
De verkoop gebeurt te Noorderwijk in het huis van Wouters Jan, met Van Hove Jan (schepen) en Van Hove Cornelis, inwoners van Hezewijk als getuigen.
Op 2.10.1669 wordt een inboedel verkocht van wijlen Deckers Gijsbrecht en Helsen Mayken door Helsen Adriaen, momboir van hun dochter.
Kopers: heer Swinnen Henricus, Wouters Adriaen, Patroons Lenaert, Helsen Adriaen (Geertszoon), Verbiest Jan (Geertszoon), Cluyts Jan, Cluyts Christaen,Van Meroye Mayken, Helsen Geert, Bouwen Jan, Verherstraten Charel, Hermans Wouter, Verheyen Adriaen, Deckers Jan, Van Dornick Nicolaes, Van Lommel Jan, Belmans Amant, Verbiest Merten, Gebruers Mayken, Huysmans Merten, Van Genechten Jan, Bulkens Jan, Bellens Cornelis, Geens Weinaert,Claes Jan, Van Hove Hendrick, TSijen Jan, Van Eynde Jan, Spapen Adriaen.
Op 16.10.1669 regelen Van Sprengel Peter (alias Oyen), weduwnaar van Meer Elisabeth enerzijds, anderzijds Van Sprengel Jan (alias Oyen) en Meer Hendrick, momboirs van het minderjarig kind, bij Caers Joannes (notaris) en getuigen Meer Merten (Janszoon) en Van Genechten Huybrecht het onderhoud van voormeld kind.
Op 21.10.1669 wordt een akkoord bereikt betreffende de kinderen tussen Laenen Cathelijn weduwe Schellekens Wouter, bijgestaan door Daems Jan, wettige momboir, en Schellekens Amandt en Heylen Jan, momboirs van haar 5 kinderen.
Op 22.10.1669 wordt een akkoord bereikt tussen Van Genechten Mattheus en Peeters Andries, momboirs van de kinderen van wijlen Van Genechten Jan en Peeters Magriet enerzijds en anderzijds Oyen Peeter en zijn moeder Van Herck Magriet betreffende onbetaalde pacht van een hoeve, gehuurd door voormelde Van Genechten Jan bij Peeters Jan en de kinderen van Oyen Jan.
Op 2.11.1669 wordt een akkoord bereikt tussen Helsen Geeraerdt (Pauwelszoon), weduwnaar van Conincx Elisabeth en anderzijds Helsen Adriaen (Geertszoon), momboir, betreffende zijn minderjarige zoon.
Op 2.11.1669 verkoopt Bavo Breugelmans een huis, schuur en binnenblok palende Z Van Hove Jan, W de straat van Hezewijk aan Clements Jan met getuigen Jacobs Jan en Van Olmen Merten.
Op 22.11.1669 komt een schuldregeling tussen Van Den Goor Hendrick en Verbiest Jan, momboirs van de kinderen van Van Den Goor Jan en Verbiest Dympna en de schuldeisers Jacobs Jan en Nuyts Maria.
Op 3.12.1670 wordt de schuld volledig vereffend.
Ten overstaan van notaris belooft Meerts Stephanus, pastoor van Vorselaar, een geschenk aan Boogaerts Cathelijn op haar trouwdag. Wuyts Christianus, onderpastoor in Vorselaar, en Kreyten Vincent, inwoner van Vorselaar, zijn getuigen.
Op 13.11.1669 belooft Meerts Stephanus zeker beddekoets met het opliggende bedde uit de grote keuken aan Boogaerts Cathelijn (Jansdochter) te schenken op haar trouwdag. Tot die tijd moet zij de pastoor eerlijk dienen.
Op 25.11.1669 wordt een akkoord bereikt betreffende het onderhoud van de kinderen, tussen Spapen Anneken, weduwe van Bellens Jan, bijgestaan door Van Passel Jan, haar momboir, en Bellens Peeter, momboir van haar minderjarige kinderen.
Op 1.12.1669 wordt een akkoord bereikt, in aanwezigheid van Caers Joan. (notaris) tussen enerzijds Moons Angela, bijgestaan door haar zoon en momboir Vleeschhouwers Jan en anderzijds Huysmans Jan (Zoerle). Het betreft regels en voorschriften voor het afbreken van een huizinge, genaamd De Brouwerije, in het bezit van eerste comparant, maar eertijds van Willems Merten, en de opbouw van een nieuw huis door de tweede comparant, waar Van Dijck Jan zich borg voor stelt.
Thijs Jan en Van Den Broeck Henrick treden op als getuigen.
Op 4.13.1669 wordt een akkoord bereikt tussen Bulckens Peeter (Peeterszoon), uit Schaatsbergen, procuratie hebbende van Verheyen Elisabeth, weduwe Bulckens Merck (Peeterszoon) enerzijds en anderzijds Bulckens Peeter (Merckszoon), momboir van 4 minderjarige kinderen van voornoemde Bulckens Merck en Verheyden Elisabeth, betreffende het onderhoud van deze kinderen.
Op 3.1.1670 verkoopt Verhaert Mayken, weduwe Van Dungenen Jan, een inboedel.
Kopers: Verbiest Merten, Verhaert Jan, Wuyts Willem, Van Den Broeck Christiaen, Van De Poel Cornelis, Van Elsen Jan, Van Dijck C., Oijen Jan, Verhaert Hendrick, Verherstraeten C., Verherstraeten Dympna, Van Genechten Huybrecht.
Op 23.2.1670 komt een akkoord betreffende het betalen van erfschulden door Van Eynde Jan, Michiels Matthijs, getrouwd met Van Eynde Dympna en de kinderen van Van Eynde Merten en Van Isschot Cathelijn, nl. Van Eynde Nicolaes en Van Eynde Adriaen, bijgestaan door hun momboirs: Lijsen Peeter en Van Isschot Jan.
Er zijn schulden aan: Sprengers Jan, Van De Perre Cornelis en Haseldoncx Jan(Geel).
Op 1.3.1670 verkoopt Verstappen Michiel een deel van de inboedel.
Kopers: Goor Willem, Wijtens Jan, Daems Jaecq, Van De Poel Jaecq, Balus Jan, Kempenaers Frans met borg van Van De Poel Jaecq, Mertens Merten, Willems Jeroen, Vos Jan, Hermans Dingen, Veryet Jan, Verheyen Nicolaes, Sprengers Jan, Daems Peeter, Wouters Adriaen, Bellens Geerdt, Knaeps Adriaen, Verbiest Jan, Smets Adriaen, Van Eynde Anthoon, Vleugels Bastiaen, Van Dijck Adriaen, Maertens Amandis, Neis Anna, Verstappen Adriaen, Bellens Merck, Huysmans Peeter, Verherstraeten C., Caers Jan, Dauwen Christina.
Op 1.3.1670 wordt, ten overstaan van Caers Jan (notaris) en de getuigen: Meir Merten en Van De Poel Jacob, een akkoord bereikt tussen Verstappen Michiel, weduwnaar van Bellens Jenneken enerzijds, en anderzijds Verstappen Adriaen en Bellens Adriaen, momboir van zijn drie kinderen.
Op 6.3.1670 verkoopt Helsen Geeraerdt een deel van de inboedel.
Kopers: Van Hove Jeroen, Van De Perre Jan, Bellens Jan, Heylen Nicolaes, Belmans Jan, Huysmans Wilm, Van Hove Hendrick, Goor Willem, Jacobs Peeter, Van Genechten Jan, Lembrechts Livinus, Huysmans Merten, Huysmans Peeter, Joos Diel, Tsijen Wilm, Meir Merten, Keysers Andries,Bulkens Jan, Cluyts Jan, Wuyts Jan, Verbiest Merten, Van Eynde Merten met borg van Laenen Jan, Helsen Adriaen, Grootejans Jan, Peeters Peeter, Van Eynde Anthoon, Van Geel Michiel met borg van Verhestraeten Carel, Goovaerts Jan, Peeters Lisken, Mijnten Diel, Butters Adriaen, Joos Jan, Slaets Michiel, Tibax Jan, Tsijen Jan, Mertens Diel met borg van Tsijen Jan, Van Tungerloo Jan, Lijsen Ardt, Nijs Dierick met borg van Hermans Cornelis, Gebruers Hendrick, De Pooter Cornelis.
Op 7.3.1670 wordt door Caers Joan. (notaris) de erfenis verdeeld van Wouters Jan en Van Lommel Mayken tussen: Wouters Adriaen, Wouters Merten, Daems Jan, getrouwd met Wouters Cathelijn, Sijmens Alexander, getrouwd met Wouters Elisabeth en de kinderen van Spapen Cornelis en Wouters Mayken, bijgestaan door hun momboir, Verbiest Jan.
Kavel 1 – geloot door Daems Jan en Wouters Cathelijn
Deze kavel heeft een schuld aan Wuyts Willem (Geel), Van De Weyer Adriaen, getrouwd met de weduwe van Peijs Jan, en aan het gasthuis van Herentals.
Kavel 2 – geloot door Wouters Merten
Deze kavel heeft ook een schuld aan Wuyts Willem.
Kavel 3 – geloot door Sijmens Alexander
Deze kavel heeft een schuld aan Sprengers Jan.
Kavel 4 – geloot door de kinderen van Wouters Mayken en Spapen Cornelis
Op 15.3.1670 verkoopt Van Isschot Magriet, weduwe van Spapen Adriaen, een inboedel.
Kopers zijn: Vermiert Wouter, Cluyts Chrtistiaen, Verbiest Jan,Vleugels Bastiaen, Veryet Jan, Vos Jan, Mijnten Jacq, Cluyts Jan, Peeters Merten,Verboven Adrian, Bouwen Diel, Joos Joan, Boogaerts Wouter, Sleigers Peeter, Bellens Merck, Goor Peeter, Truyts Jan, Wouters Adriaen, Bulckens Merck(Mr), Hermans Dingen, Willekens Adriaen, Jongelincx Merten, Van Genechten Jan, Seuyen Peeter, Jacobs Jacob, Keines Peeter, Verheyen Adriaen, Huysmans Peeter, Cleijnen Jan, Gijsels Mattheus, Verherstraeten Carel, Verherstraeten Merten, Van Castel Gommar, Verbiest Hendrick, Peeters Elisabeth, Sleigers Hendrick, Verheymeulen Adriaen, Lemmens Hendrick, Van Eynde Adriaen, Blocks Peeter, Joris Anneken, Meermans Jan, Daems Jan, Schouwers Willem, Verboven Hendrick, Van Isschot Peeter, Sprengers Diel.
Op 18.3.1670 wordt door Caers Jan (notaris), de erfenis verdeeld van Hermans Merten en T’Syen Elisabeth tussen Hermans Dympna, weduwe van Verluyten Jans, bijgestaan door de momboirs: Van Genechten Mattheus, Van Isschot Jan, Wouters Hendrick enerzijds, en anderzijds Verbiest Merten, weduwnaar van Hermans Elisabeth, zijn kinderen Verbiest Adriaen, Meermans Jan en Verbiest Jan, de momboir van het minderjarige kind.
Kavel 1 – geloot door Hermans Dympna
Kavel 2 – geloot door Verbiest Merten en zijn kinderen
Op 21.3.1670 wordt de erfenis verdeeld van Peeters Jan (alias Van Houdt) en Spapen Elisabeth tussen Smets Geerardt, getrouwd met Peeters Dympna (alias Van Houdt), Smets Adriaen, getrouwd met Peeters Mayken (alias Van Houdt), Sgrooten Cornelis, getrouwd met Peeters Anneken (alias Van Houdt) en Peeters Elisabeth (alias Van Houdt), bijgestaan door haar momboir, Helsen Adriaen.
Kavel 1 – geloot door Smets Adriaen en Peeters Mayken
Kavel 2 – geloot door Sgrooten Cornelis, getrouwd met Peeters Anneken
Kavel 3 – geloot door Peeters Elisabeth
Kavel 4 – geloot door Smets Geerardt, getrouwd met Peeters Dympna
Op 20.4.1670 verkopen Verbiest Jan en Van Den Goor Hendrick, momboirs van de kinderen van Van Den Goor Jan en Verbiest Dympna, de helft van een hei-eusel in de Bleke, palende O Vleugels Cornelis, Z de Lensheyde, W Van Den Goor Anneken, die de andere helft bezit, en N Cluyts Cristiaen.
Van Den Goor Hendrick is enige bieder en koper, met getuigen: Cluyts Jan en Spapen Adriaen.
Op 28.11.1670 verkoopt Van Camp Dielis een deel van de inboedel.
Kopers: Van De Poel Jan, Steemans Adriaen, Patroens Lenaert, Vleugels David, Verheyen Wilm, Gijsels Mattheus, Van Eynde Jan, Stijnen Elisabeth, Verboven Adriaen, Goormans Jan, Bellens Merck, Van Gorp Dielis, Van De Wyer Adriaen met borg van Huysmans Peter, Wouters Adriaen, Verboven Peeter, Huysmans Peeter,Huysmans Jacob.
Op 12.12.1670 verkoopt Laenen Dympna, weduwe Verboven Peeter, een inboedel.
Kopers: Van Gestel Adriaen, Gebruers Hendrick, Verboven Merten, Van Hove Hendrick, Verherstraten Charel, Van De Poel Jan, Wuyts Jan, Mijnten Adriaen, Swinnen Lenaert, Tsijen Willem, Verheyen Willem, Huysmans Willem, Van Dornick Amant, Caers Jan, Reyns Jan, Daems Jan, Elsen Hendrick, Smets Adriaen, Broeckhoven Willem, Meer Merten, Laenen Jan, Wilms Peeter, Wouters Adriaen, Willems Peeter, Verbist Merten, Verboven Adriaen, Van Castel Jan, Van De Perre Adriaen, Huybens Jan, Cools Martinus, Goor Willem, Verbist Geert, Rits Joris, Steemans Adriaen, Cluyts Adriaen, Van De Perre Dries, Van De Perre Andries.
Op 13.3.1671 verkoopt Jongelincx Merten een inboedel.
Kopers: Cleijnen Jan, Verboven Adriaen, Caers Jan, Verherstraten Merten, Goor Peeter met borg van Verheyden Adriaen, Smets Adriaen, Bellens Merten, Peeters Andries, Buelkens Jan, Peeters Peeter, Willems Adriaen, Verdonck Wouter, Van Miroye Willem, Huysmans Peeter, Van Eynde Jan, Vermans Cornelis, Cluyts Peeter, Spapen Peeter, Wouters Adriaen, Huysmans Jacob, Meijnten Adriaen, Mathijs Marten, Hermans Anneken,Van De Poel Jan, Verheyden Adriaen, Cluyts Cerstiaen, Lemmens Hendrick, Bellens Merck, Bellens Geeraert, Stevens Adriaen, De Vos Jan, Van Eysendijck Christiaen, Coomans Antony met borg van Cluyts Cherstiaen, Gijsels Mattheus, De Vos Antony, Saems Jan, Verbiest Jan, Huysmans Merten, Peeters Jan, Vanghenechten Mattijs.
Op 14.3.1671 verkoopt Bleirincx Peeter een inboedel.
Kopers zijn: Meer Adriaen, Peeters Liesabet, Van De Poel Jan, Van Hoeve Hendrick, Caers Jan, Van Dijck Geert, Bellens Adriaen, Peeters Jan, Huysmans Dionijs, Verboven Adriaen, Huysmans Jenneken, Peskens Jan, Van De Broeck Kerstiaen, Mijnten Adriaen, Wouters Adriaen, Laenen Jan, Blampers Jan, Van Genechten Jan, Menten Adriaen, Van Hout Peeter, Oyen Jan, Van Olmen Merten, Smets Adriaen, Bertels Machiel, Verboven Hendrick, Van De Poel Cornelis, Lenders Jan, Lauwereijs Jan, Verboven Peeter, Gennekens Beernaert, Laenen Cornelis, Vermoelen Peeter, Claes Hendrick, Van Genechten Matheus, Cluyts Peeter, Spaepen Peeter, Boogaerts Wouter, Bulckens Cattelijn.
Op 14.3.1671 wordt een akkoord bereikt tussen Mijnten Jacob, weduwnaar van Verboven Anneken, en Mijnten Gielis, voor zichzelf en met Meirmans Cornelis, momboir van de 4 overige kinderen, betreffende de hafelijke goederen.
Op 2.5.1671verkopen Hermans Dinghen, weduwe van Verluyten Jan, en de momboirs: Wouters Hendrick en Van Genechten Mattheus, een perceel weide, genaamd de Brulen, palende O en N de Aerdt van Buel, Z erven Meirmans Cornelis, W kinderen Verherstraten Dingen.
Een eerste bod komt van Bellens Govaert, met getuigen Spaepen Adriaen en Meir Adriaen.
Een hoger bod van Van Genechten Jan met getuigen Verherstraten Caerel en Daems Jan.
Spaepen Adriaen doet een nieuw bod, Wuyten Jan en Daems Jan (de jonge) zijn getuigen.
Op 19.5.1671 verhoogt Oyen Jan. Getuigen zijnBulckens Jan (Mr.) en Sergers Jan.
Een laatste bod op 15.6.1671 door Govaeert Bellens met getuigen Meer Merten en Bulckens Jan (Mr.).
Op 27.8.1671 wordt een akkoord bereikt tussen Vermiert Wouter en Bellens Jan, momboirs, en Vermiert Adriaen, weduwnaar van Bellens Magriet, nu hertrouwd met Van Dijck Anneken, betreffende het onderhoud van het enig weeskind, Vermiert Jan.
Op 13.1.1672 komen tot een akkoord enerzijds Stercx Marten, gehuwd met Van De Weijer Elisabeth, anderzijds Meer Jan, gehuwd met T’Sijen Dimpna, over de opbrengst en verhuring van een huis, schuur, hof, land, weiden, heiden, etc. gelegen onder Tongerlo en Westerlo, volgens een akte bij Bulckens (notaris), in gebruik bij wijlen De Wolf Huybrecht.
De akte wordt medeondertekend door Meulders Jacob en Sebastiaenus De Vlam, getuigen, en Swinnen, kapelaan te Olen.
Op 4.3.1672 verkopen Bouwen Adriaen en Van Den Boogaert Jan, in eigen naam en voor Yschmans Jacob, hun zwager, een perceel erve in Strateneynde, palende Z het Broeckstraetken, W Soeten Peeter en N Peeters Jan.
Er wordt geboden door Smets Adriaen en Helsen Adriaen, waarbij de eerste koper wordt, met getuigen Van De Weijer Adriaen en Caers Marten.
Op 1.7.1672 verkoopt Lanen Dimpna, weduwe van Verboven Peeter, bijgestaan door Heylen Jan en Caers Jan, momboirs, en Huysmans Marten, getrouwd met Verboven Mayken, dochter van voornoemde Lanen Dimpna een perceel in de Veltstrate, geheten het Velleken aan Verherstraten Marten.
Op 4.7.1672 verkoopt Bloms Peeter, dienaar uit Olen, uit last en commissie van jongfr. Van Den Bos Cristina (Brussel) aan Meir Peeter, inwoner van Olen, een perceel eusel, heide en weide, gelegen in Olen, palende O Van Hout Jan, Z de straat van Schaetsberghen naar Hesewijck, W Van Hove Jan, N Bellens Adriaen, Vervoort Cathlijn en anderen.
Er wordt geboden door Meir Hendrick en Meir Peeter.
De verkoop gaat door ten huize Van De Weyer aan de Plaetse,in aanwezigheid van Swinnen H. (kapelaan) en getuigen: Van De Weyer Adriaen en Bulckens Jan.
Op 12.7.1672 mogen, uit kracht van autorisatie van de schepenen van Westerlo, Bellens Merck en De Baker Jan, momboirs van de wezen van Verheyen Merten en Van Dijck Liesabet huis en grond verkopen.
Op 18.8.1672 worden de kopers aangeduid.
Op 14.9.1672 wordt een inboedel verkocht door Van Sprengel Jan en Van Genechten Huybrecht, momboirs van Van Sprengel Jan, ongeveer 2 jaar oud, weeskind van Van Sprengel Mandt en Verherstraten Dinghe, samen met Helsen Adriaen en Verherstraten Merten, momboirs van Helsen Adriaen, ongeveer 5 jaar oud, weeskind van voornoemde Verherstraten Dinghe en Helsen Merten.
Kopers: Verherstraten Carel, Verboven Adriaen, Verbist Merten, Bertels Peeter, Daems Jan, Vermiert Adriaen, Peeters Peeter, Bultkens Jan, Meir Adriaen, Kenens Adriaen, Verheyen Jan, Wuyts Jan, Verherstraten Jan, Bloms Peeter, Beyns Jan, Van Hoeff Hendrick, Bellens Adriaen, Butters Jan, Cools Jan, Van De Pair Jan, Van Meroye Willem, Huysmans Jacob, Vandebroeck Kerstiaen, Verboven Lauwereys, Van Santvoort Jan, Gebruers Hendrick, Stijnen Barbara, Dioos Dielis, Huysmans Willem, Helsen Adriaen, Caers Jan, Van Den Bruel Machiel, Cuyts Cerstiaen, Boygaerts Peeter, Cools Marteijnus, Cluyts Jan, Schrooten Jan, Claes Hendrick, Blampaerts Jan, Oyen Jan, Van Elsen Jan, Wouters Adriaen met borg van Meir Merten, Huysmans Merten, Van Hoeff Jeroen, Verboven Jan, Laenen Cornelis, Vleugels Willem, Beynts Jan, Van Hout Machiel, Van Dijck Merten, De locht Peeter, Van Sprengel Mant, Blerincx Peeter, Wuyts Willem, Jongelincx Merten, Verheyen Niclaes, Van Lommel Jan, Verbist Jan, Goir Willem, Willems Jeroen, Van De Weyer Mayken, T’Sijen Willem, Rombouts Hendrick, Verachtert Jan, Willeklens Bernaert, Van Eynde Jan, Boogaerts Peeter, Meir Peeter, Van Lommel Willem, Vekemans Andries, Vermeulen Adriaen, Peeters Mayken.
Op 22.9.1672 wordt de erfenis verdeeld van Peeters Merten en Verboven Mayken tussen de meerderjarige Peeters Adriaen, Peeters Elisabeth, getrouwd met Van Olmen Merten, Peeters Mayken en Peeters Merten, bijgestaan door hun momboirs, Goir Peeter en Verboven Merten.
Kavel 1 – geloot door Peeters Adriaen
Kavel 2 – geloot door Peeters Merten
Kavel 3 – geloot door Van Olmen Merten, getrouwd met Peeters Elisabeth
Kavel 4 – geloot door Peeters Mayken
Leysen Peeter, weduwnaar van Peeters Catharina, vader van Leysen Merten heeft nog een schuld die hij belooft te betalen half maart 1673.
Op 20.9.1672 wordt een akkoord bereikt betreffende de hafelijke erfgoederen, tussen enerzijds Van Sprengel Jan en Van Genechten Huybrecht, momboirs van Van Sprengel Jan, weeskind van Van Sprengel Mandt en Verherstraten Dingen, en anderzijds, Helsen Adriaen en Verherstraten Merten, momboirs van Helsen Adriaen, weeskind van voornoemde Verherstraten Dingen en Helsen Merten.
Op 27.9.1672 verhuurt Helsen Adriaen, momboir, het erfgoed van Helsen Gerart en Koninck Elisabeth, beide zaliger. Het betreft het huis, schuur, land, weide en heide aan de Boeckelschen Heykant, in Meren, in Buul. Er is nog grond in het Neergoor en aan de Mosberch, in huur bij Spapen Peeter.
Op 29.10.1672 wordt de erfenis verdeeld van Goor Michiel en Huysmans Cathlijn tussen: Goor Marten, Goor Jan, Goor Adriaen, Goor Lisken, getrouwd met Van Uytsel Jan, Goor Magriet, getrouwd met Verswijvel Adriaen, Caers Geraer, weduwnaar van Goor Janneken, Goor Catlijn, getrouwd met Vekemans Andries.
Kavel 1 – voor Van Uytsel Jan
Kavel 2 – voor Goor Jan
Kavel 3 – bevallen aan Goor Marten, oudste zoon
Kavel 4 – bevallen aan Goor Cathlijn, getrouwd met Van De Poel Cornelis
Kavel 5 – voor Goor Magriet, getrouwd met Verswijvel Adriaen
Kavel 6 – voor de kinderen van Goor Anneken en Caers Geraer
Kavel 7 – voor Goor Mayken, getrouwd met Vekemans Andries
Kavel 8 – voor Goor Adriaen
Elke erfgenaam heeft, bij loting, nog één van de bomen rondom het erf.
Op 14.12.1672 wordt een akkoord bereikt tussen Bertels Merten en Van Goil Jan, momboirs en Bertels Machiel, weduwnaar van Leys Mayken, betreffende zijn kinderen: Bertels Pauwelus, Bertels Jan, Bertels Merten, Bertels Peeter en Bertels Mayken.
Voornoemde Bertels Machiel is hertrouwd met Van Gellick Cathlijn, in deze bijgestaan door haar momboir, Verheyen Hendrick.
Op 6.3.1673 wordt een akkoord bereikt tussen Van Lommel Adriaen en Wilms Peeter, momboirs, en Van Lommel Jan, weduwnaar van Wilms Dimpna, betreffende de hafelijke erfgoederen en het onderhoud van zijn kinderen: Van Lommel Liesbeth, Van Lommel Marten, Van Lommel Jan, Van Lommel Cathlijn en Van Lommel Barbara.
Er zijn schulden aan Kenis Peeter en Patroons Leonaer.
Op 9.4.1673 bekent Smets Adriaen (Niclaeszoon) schuld wegens erfkoop, aan de kinderen van Spapen Marten en Van Dijck Elisabeth, bijgestaan door hun momboirs: Bellens Marck en De Backer Jan en oppermomboir Meir Marten.
Van De Weyer Adriaen en Deckers Adriaen tekenen als getuigen.
Op 23.6.1673 verkopen Willems Peeter en Luyten Hendrick, momboirs van de kinderen van Willems Machiel en Verluyten Mayken hafelijke goederen uit het sterfhuis.
Kopers: Van Genechten Mattheus, Willems Peeter, Verluyten Hendrick, Sprengers Dielis, Wauters Adriaen met borg van Van Genechten Merten, Van Genechten Willem, Wuyts Adriaen, Verbist Merten, Bogaerts Mattheus, Butters Jan, Van Ischot Jan, Huysmans Peeter, Bellens Adriaen, Swinnen Hendrick, Cleijnen Jan, Verheyen Niclaes, Bulckens Jan, Van Hout Willem, Huysmans Jacques, Peeters Adriaen, Verbist Adriaen, Mennekens Adriaen, Van Immerseel Magdaleen, Geens Weernaert, Van Hoeste Hendrick, Peeters Jan, Weyts Jan, Van De Paier Jan, Peeters Andries, Peys Anthony, Meir Merten, Bauwen Merten, Mans Adriaen, Hermans Dingen, Janssens Lowies met borg van Peys Anthony, Vermeulen Peeter met borg van Meir Merten, Claes Hendrick met borg van Verbist Merten, Wuyts Willem, Van Lommel Jan met borg van Verherstraten Carel, Laenen Mattheus, Daems Willem, Deckers Adriaen, Van De Ven Dielis, Wijtens Jan, Doois Jan, Bauwen Dielis met borg van Van Genechten Mattheus.
Op 15.211.1673 verhuren Helsen Adriaen en Spapen Machiel, momboirs van Spapen Jan, gronden, waaronder een perceel in Gerhagen, aan Van Meroye Willem.
Daems Jan en Verherstraten Carel zijn hierbij getuigen.
Op 29.11.1673 wordt een akkoord bereikt over de erfelijke goederen tussen Huysmans Jenneken, weduwe van Peeters Peeter, en haar beide kinderen Peeters Mayken, getrouwd met Van Dingenen Adriaen, en Peeters Magriet, weduwe van Dois Paulus.
Dois Jan en Helsen Adriaen treden op als momboirs.
Op 12.1.1674 wordt een akkoord bereikt over de hafelijke goederen tussen Bruers Jaques en Van Passel Jan, momboirs, en Bruers Peeter, weduwnaar van Van Passel Dingen, betreffende zijn 4 kinderen.
Op 11.5.1674 wordt een inboedel verkocht door Van Bijlen Jeroen en Mijnten Jaques, momboirs van het weeskind van Menten Jan en Van Bijlen Chrystine, Menten Adriaen.
Kopers: Matthijs Jan, Bulckens Jan, Oyen Naeynken, Wuyts Jan, Oyen Adriaena, Van Hoeff Jan, Van De Wijer Jan, Willekens Adriaen,Verbist Merten, Butters Jan, Cluyts Jan, Meirmans Jan, Van Houd Hendrick, Van Bijlen Jeroen, Wuyts Willem, Willems Peeter,Van Eynde Jan, Huysmans Willem, Steynen Jan, Menten Adriaen, Daems Jan (de jonge), Verherstraten Jan, Huysmans Jaques, Smets Adriaen, Van De Poel Cornelis, Peeters Peeter, Spapen Adriaen, Van De Bruel Peeter, Hermans Dingnen, Bellens Jan, Van Genechten Jan, Bellens Merten, Bloms Peeter, Van De Poel Adriaena, Verherstraten Carel, Van De Goir Hendrick, Van Hoeve Jan, Beysers Andries, Van Santvoirt Jan, Verluyten Willem, Bellens Geert, Sergers Jan, Van Merroye Willem, Van Isschot Jan, Belmans Jan.
Op 19.11.1674 komt een overeenkomst tussen Huysmans Jenneken, Van Dingenen Adriaen en Helsen Adriaen, als vervanger van Dois Jan, momboirs van de wezen van Dois Paulus en Peeters Magriet.
Er zijn schulden aan en van Van Lommel Willem, Van Opstal Anneken, Verbist Merten, Tsijen Willem,Blampers Peeter, Van Dingenen Adriaen.
Op 16.11.1674 wordt de erfenis verdeeld van Bertels Peeter en Van Isschot Magriet tussen Huysmans Willem, kinderen Hoes Jan, bijgestaan door hun momboirs, Huysmans Willem en Claes Adriaen, en Van de Locht Machiel.
Kavel 1 - voor Huysmans Willem
Kavel 2 – bevallen aan kinderen Hoes Jan
Kavel 3
Op 29.11.1674 erkent Verhestraten Carel een schuld aan Meer Jan, kerkmeester, die hij heeft ontvangen van Verstappen Michiel (Michielszoon). Hij stelt zijn persoon en goederen als onderpand. Getekend door Hens Joannes, Mons Joannes en Swinnen (kapelaan).
Op 19.6.1697 wordt het bedrag vereffend.
Op 31.12.1674 wordt een akkoord bereikt tussen Blampens Jan en Sprengers Jan, momboirs, en Blampens Peeter, weduwnaar van Huysmans Jenneken, betreffende het onderhoud van zijn 5 kinderen.
Op 16.2.1675 verkoopt Van De Weyer Adriaen, schepen van Tongerlo, aan Goossens Laureijs, een perceeltje, genaamd het Blockxken onder Geel aan de Velvekens met Meer Martinus en Bertels Joannes als getuigen.
Op 26.3.1675 verkoopt Meer Hendrick in aanwezigheid van Meer Adriaen (Janszoon) en Bulckens Joannes (koster), zijn deel in het binnenblok van Meer Peeter, gelegen aan de Plaetse in Olen onder Tongerlo.
Bieders: Meer Adriaen (Janszoon), Tsyen Mayken in aanwezigheid van Swinnen (kapelaan) en getuigen: Meer Marten en Bruers Wilboort, Bulckens Joannes (koster) met borg van Swinnen (kapelaan) en getuigen Starckx Marten en Meer Marten (de jonghe).
Op 12.4.675 verkoopt Baten Cristoffel aan zijn zoon, Baten Jan, hafelijke goederen alsmede het paard, de kar, het gareel, de ploeg, de eg en alle toebehoren.
Op 12.4.1675 verhuurt Baten Cristoffel het huis, hof, schuur, landerijen, weiden en heiden aan zijn zoon, Baten Jannes.
Helsen Adriaen en De Backer Jan zijn getuigen.
Schepenen Helsen Adriaen en Spapen Adriaen, bekennen een schuld door achterstallig loon aan de onmondige kinderen van D’Joos Paulus en Peeters Magriet, bijgestaan door hun momboirs D’Joos Dilis en Van Dungenen Adriaen.
Op 29.11.1675 wordt de erfenis verdeeld van Meer Jan en Verbist Anneken, tussen de kinderen: Meer Jan, Meer Adriaen, Meer Cathlijn, gehuwd met Sleghers Hendrick, en de kinderen van wijlen Meer Jenneken, gehuwd geweest met Van Cakenbergh Jaques, bijgestaan door de momboirs: Dierckx Francus en Meer Marten.
Kavel 1 – geloot door Sleghers Hendrick, getrouwd met Meer Cathlijn
Kavel 2 – geloot door Meer Jenneken zaliger
Deze kavel is belast koren te leveren aan de Cappelrije van Noorderwijk.
Kavel 3 – geloot door Meer Adriaen
Deze kavel moet eveneens koren leveren aan de Cappelrije van Noorderwijk.
Kavel 4 – voor Meer Jan
Op 6.1.1676 verkoopt Van Dijck Jaques, gehuwd met Van Hove Elisabeth, een perceel land aan zijn broer, Van Dijck Jan, in aanwezigheid van notaris en getuigen: Van Den Broeck Hendrick en Van Rompaey Jan.
Op 31.1.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Bellens Peeter en Goir Peeter, momboirs, en Goir Magriet, weduwe van Bellens Merck, hertrouwd met Daems Adriaen, betreffende haar kinderen: Bellens Peeter en Bellens Jan.
Op 31.1.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verherstraten Merten en Helsen Adriaen (schepen) in naam van Spapen Peeter, momboirs, en Verherstraten Joris, weduwnaar van Spapen Elisabeth, betreffende zijn kinderen.
Op 19.2.1676 wordt de erfenis verdeeld van Jonghelinckx Martinus tussen Van Eynde Jan, getrouwd met Jonghelinckx Anna, Buelkens Jan (Peeterszoon), getrouwd met Jonghelinckx Cathelijne, Jonghelinckx Maria, bijgestaan door Soco Peeter, momboir, en Jonghelinckx Dimpna, bijgestaan door Helsen Adriaen en Spapen Adriaen, momboirs.
Kavel 1 – bevallen aan Buelkens Jan, getrouwd met Jonghelinckx Catelijn.
Kavel 2 – bevallen aan Jonghelinckx Dimpna
Kavel 3 – voor Van Eynde Jan, getrouwd met Jonghelinkcx Anna
Kavel 4
Van Eynde Jan en Buelkens Jan zullen de huwelijkskosten dragen van Jonghelinckx Dimpna en Jonghelinckx Maria.
Hendrick Van De Goor en Van De Bruel Peeter treden op als getuigen.
Op 18.3.1676 wordt de erfenis verdeeld van wijlen Bellens Christiaen en Verheyen Catlijn, tussen Bellens Merck, Bellens Liefken, getrouwd met Bogaerts Wauter, Bellens Naenken, getrouwd met Hermans Cornelis, Bellens Anneken, getrouwd met Van Den Bruel Peeter, en Bellens Magriet, bijgestaan door haar momboir, Spapen Adriaen.
Kavel 1 – voor Bogaerts Wauter
Kavel 2 – voor Bellens Magriet, bijgestaan door Spapen Adriaen
Kavel 3 – voor Hermans Cornelis
Kavel 4 – voor Van Den Bruel Peeter
Kavel 5 – voor Bellens Merck
Hermans Cornelis betaalt een schuld van Bellens Christiaen, zijn schoonvader, aan Sprengers Jan, in ruil voor de kar en het paard.
Alle partijen zullen een jaarlijkse toelage betalen aan Verheyen Catlijn, hun moeder.
Op 7.5.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Peeter en Nuyts Willem, momboirs, en Cluyts Jan, weduwnaar van Verwierst Mayken, betreffende zijn 5 kinderen.
Om schulden te vereffenen mag de vader een erfgoed verkopen in Wiekevorst.
Op 25.5.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verstappen Adriaen en Spapen Adriaen, momboirs, en Verstappen Anneken, weduwe van Sergers Jan, bijgestaan door Blambers Peeter, haar toekomstige man.
Op 3.6.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Peeters Hendrick en Spapen Adriaen, momboirs, en Peeters Elisabeth, weduwe van Van Elsen Jan, betreffende haar 5 kinderen.
Genoemde partijen en anderzijds Van Hove Jan en Van Hove Hendrick, komen tot een akkoord betreffende een koop van erfgoed aan Dois Mayken.
Op 3.6.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verheyen Niclaes en Verheyen Hendrick, momboirs, en Verheyen Getruyt, weduwe van Verheyen Peeter, betreffende haar 4 kinderen.
Op 7.9.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verheyen Adriaen en Wuyts Jan, momboirs, en Verheyen Jan, weduwnaar van Wuyts Catlijn, betreffende zijn 2 kinderen.
Op 15.10.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verbist Jan en Cluyts Christian, momboirs, en Cluyts Elisabeth, weduwe van Verbist Anthoni, betreffende haar 3 kinderen.
Op 24.10.1676 wordt een akkoord bereikt, in aanwezigheid van Baeten Christoffel en Van Lommel Adriaen, getuigen, tussen Bertels Merten en Van De Goir Jan, momboirs van de wezen van Van de Goir Hendrick en Hermans Catlijn, anderzijds Dierckx Engel, weduwe van voornoemde Van De Goir Hendrick, bijgestaan door Huysmans Peter en Spapen Adriaen, betreffende de erfgoederen.
Op 24.10.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Verheyen Adriaen en Verbist Jan, momboirs, en Stevens Anneken, weduwe van Verheyen Jan, betreffende haar 3 kinderen.
Op 4.11.1676 wordt een akkoord bereikt tussen Vissers Jan en Spapen Adriaen, momboirs, en Vissers Mayken, weduwe van Verluyten Basrtiaen, betreffende haar 2 kinderen.
Op 9.11.1676 verkopen Vervorst Hendrick en Van Rompa Anthoon, momboirs van de achtergelaten wezen van Vervorst Hendrick en Van Meroye Mayken de hafelijke goederen uit het sterfhuis.
Kopers: Patroons Lenaert, Van de Cruys Frans, Verheyen Peeter, Verhestraten Joris, Huysmans Merten, Moons Merten, Van Hove Hendrick, Janssen Peeter, Hermans Cornelis, Wuyts Lodewijk, Cluyts Jan, Smolders Peeter, Butters Adriaen, Verheyen Niclaes, Van De Goir Niclaes, Van Hove Elisabeth, Van Hove Anna met borg van Van Rompa Jan, Verhestraten Carel, Aerts Machiel, Smets Adriaen, Van Dijck Adriaen, Van Rompa Jan, Vermeerbergen Adriaen, De Becker Jan, Hermans Peeter, Vervorst Hendrick, Kempenaers Pauwels, Van Genechten Mattheus, Huysmans Peeter.
Vervorst Hendrick zal zorgen voor het (wees)meisje en Kempenaers Pauwels voor de (wees)jongen.
Op 10.1.1677 wordt een akkoord bereikt tussen Van Dijck Peeter en Daems Peeter, momboirs, en Van Dijck Geert, weduwnaar van Daems Mayken, betreffende zijn 5 kinderen.
Op 26.5.21677 wordt een akkoord bereikt tussen Verbist Merten en Baeten Christoffel, momboirs, en Stevens Elisabeth, weduwe van Verbist Geert, betreffende haar 5 kinderen.
Op 24.7.1677 leent Menten Dilis, geassisteerd door Helsen Adriaen en Verheyen Willem, bij de kerk van Olen en stelt zijn persoon en zijn bezittingen in pand.
Op 25.9.1677 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Jan en Janssens Hendrick, momboirs, en Stevens Joos, weduwnaar van Cluyts Mayken, betreffende zijn 2 kinderen: Stevens Elisabeth en Stevens Peeter.
Op 18.12.1677 verkopen Verbist Jan en Cluyts Christiaen, momboirs van de wezen van Cluyts Elisabeth, weduwe van Verbiest Anthoni.
Kopers: Van Isschot Jan, Verherstraten Joris, Verheyen Adriaen met borg van Verheyen Niclaes, Seyen Merten, Van Dornick Hendrick, Patroons Lenaerts, Bertels Merten, Helsen Adriaen, Smets Adriaen met borg van Helsen Adriaen.
Op 22.1.1678 wordt een akkoord bereikt tussen Baeten Jan en Van Olmen Jan, momboirs, en Sprengers Dilis, weduwnaar van Baeten Mayken, betreffende zijn dochter, Sprengers Mayken.
Op 25.3.1678 wordt een akkoord bereikt tussen Menten Dilis en Daems Jaques, momboirs, en Hermans Anneken, weduwe van Verboven Peeter, hertrouwd met Verherstraten Peeter, betreffende haar kinderen.
Op 24.10.1678 wordt een akkoord bereikt tussen Menten Jaques en Geens Bienaert, momboirs, en Verboven Dingen, weduwe van Meermans Cornelis, betreffende haar kinderen. De moeder krijgt de toelating te verkopen een perceel erve op het Bijle Block.
Het jongste kind, Meermans Jan, krijgt een toelage.
Op 14.2.1679 wordt een akkoord bereikt tussen Van Hove Jan, momboir, en Clements Jan, weduwnaar van Van Hove Magriet, biijgestaan door Van Bijlen Jeroen, momboir uit de wet, betreffende zijn 2 kinderen: Clements Jan en Clements Elisabeth.
Op 26.2.1679 gebeurt, tussen Mennekens Geraert en Bulckens Jan, gehuwd met Jongelinckx Cathlijn, de overdracht van een dries, gelegen aan de Merense Pleyn, palende O de Merense Pleyn en de Schanse, Z erven Helsen Magriet, N Helsen Petrus.
Van de Weyer Adriaen en Verluyten Marten treden op als getuigen.
Op 21.2.1680 wordt een akkoord bereikt tussen Van De Weyer Cornelis en Peeters Jan, momboirs, en Van De Poel Cornelis, weduwnaar van Goor Catlijn, betreffende zijn 4 kinderen.
Op 24.2.1680 erkennen de schepenen Van Bijlen Jeroen en Verluyten Hendrick, ten overstaan van Vermeeren Wilbr. (notaris) en Bertels Merten, bedesetter en getuige, schuld aan Swinnen Henrick (kapelaan).
Op 6.6.1680 wordt een akkoord bereikt tussen Verstappen Adriaen en Verbist Merten, momboirs, en Verbist Elisabeth, weduwe van Lemmens Hendrick, nu hertrouwd met Lauwereijs Peeter, betreffende haar 5 kinderen.
Op 4.8.1680 bereiken meyer en schepenen een akkoord met Mertens Maeyken, weduwe van Spapen Peeter, bijgestaan door Luyten Hendrick, betreffende haar kinderen.
Op 24.9.1680 wordt een akkoord bereikt tussen Van Den Broeck Adriaen en Cools Bastiaen, momboirs, en Van den Broeck Bastiaen, weduwnaar van Cools Christina, betreffende zijn enig weeskind.
Op 26.10.1680 wordt een akkoord bereikt tussen Van Hove Guilliam en Laenen Jan, momboirs, en Vermeulen Peeter, weduwnaar van Goor Adriaenken, betreffende zijn 3 kinderen.
Op 2.11.1680 wordt een akkoord bereikt tussen Caers Merten en Van Bijlen Jeroen, momboirs bij wet in plaats van Biermans Peeter, en Peys Anthoni, weduwnaar van Caers Dimpna, betreffende zijn 4 kinderen.
Op 13.1.1681 wordt een akkoord bereikt tussen Meir Adriaen en Van Bijlen Jeroen, op last van Verstappen Merten, momboirs, en Caers Mayken, weduwe van Van Genechten Jan, bijgestaan door Caers Merten, betreffende haar 5 kinderen.
Op 23.2.1681 leent Bulckens Jan (Meren) bij Sleigers Hendrick, H. Geestmeester, met Verluyten Hendrick en Swinnen Hendrick als getuigen, en verpandt:
Op 27.2.1681 wordt een akkoord bereikt tussen T’Sijen Willem en Meir Peter, momboirs en T’Sijen Dingen, weduwe van Meir Jan, hertrouwd met De Cock Peter, betreffende haar 2 kinderen: Meir Mariken en Meir Dimpna.
Er is een schuld aan T’Sijen Mayken (begijn) van Herentals.
Op 17.4.16981 wordt een akkoord bereikt tussen T’Sijen Willem en Miermans Michiel, momboirs, en Schoensetters Mayken, weduwe van T’Sijen Dilis, bijgestaan door haar momboir, Schoensetters Merten, betreffende haar kinderen: T’Sijen Jan en T’Sijen Merten.
Op 21.10.1681 wordt de erfenis verdeeld van T’Sijen Jan en Van Eynde Catlijn tussen T’Sijen Willem, T’Sijen Dimpna, weduwe Meir Jan, bijgestaan door Meir Peeter en Van Bijlen Jeroen, momboirs, Schoensetters Mayken, weduwe van T’Sijen Dilis, bijgestaan door Meermans Michiel en Verluyten Hendrick, momboirs.
Kavel 1 – voor T’Sijen Willem.
Kavel 2 – voor de kinderen van Meir Jan
Kavel 3 – voor de kinderen van T’Sijen Dielis
Alle erfgoederen gelegen in Oevel
Op 26.3.1682 wordt een akkoord bereikt tussen Van Genechten Mattheus en Van Eynde Jan, momboirs, en Van Isschot Jan, weduwnaar van Willems Catlijn, betreffende zijn 7 minderjarige kinderen.
Op 19.4.1682 wordt een akkoord bereikt tussen Dielis Laureijs en Spapen Jan, momboirs, en Mertens Mayken, weduwe van Spapen Peter, betreffende haar 5 minderjarige kinderen.
Op 30.6.1682 wordt een akkoord bereikt tussen Bogaerts Mattheus en Verboven Peeter, momboirs, en Verboven Naenken, weduwe van Cluyts Jan, betreffende het onderhoud van haar 3 minderjarige kinderen.
Op 14.11.1682 bekent Bulckens Jan, wonend op de Plaats, tegenover Vermeeren Wilb. (notaris) en getuigen: Van Bijlen Jeroen en Verluyten Hendrick, schuld aan de Tafel van de H. Geest. Hij stelt speciaal in pand zijn huis en binnenblok, gelegen aan de Plaats.
Op 10.9.1690 wordt de schuld vereffend bij Verluyten (pastoor) door Bulckens Jan (Janszoon).
Op 23.4.1683 wordt een akkoord bereikt tussen Verluyten Merten en Van De Poel Jan, momboirs, en Lanen Mayken, weduwe van Van Lommel Jan, betreffende haar minderjarige zoon Van Lommel Jan.
Op 9.6.1683 wordt een akkoord bereikt tussen Spapen Jan en Cluyts Peeter, momboirs, en Huysmans Margrita, weduwe van Peeters Hendrick, betreffende haar kinderen: Peeters Hendrick en Peeters Mayken.
Op 6.1.1684 bekennen Helsen Andries en Meir Mayken, tegenover Vermeeren Wilb. (notaris) en getuige: Meir Peter, schuld aan Toebacx Jaspar, kerkmeester van de parochie van Olen.
Op 3.2.1684 wordt een akkoord bereikt tussen Bertels Jan en Smets Adriaen, momboirs, en Smets Elisabeth, weduwe van Bertels Adriaen, betreffende haar 2 kinderen.
Op 17.3.1684 wordt een akkoord bereikt tussen Van Elsen Willem en Cluyts Jan, momboirs, en Cluyts Anna, weduwe van Van Elsen Hendrick, betreffende de 4 kinderen.
Op 27.1.1685 wordt de afrekening gedaan tussen Cluyts Jan, momboir, en Stevens Joannes, weduwnaar van Cluyts Mayken, betreffende erfgoederen voor de wezen, waaronder:
Op 23.2.1686 bekent Baeten Jan (Schaatsbergen), ten overstaan van Vermeeren Wilb. (notaris) en de getuigen: Van Bijlen Jeroen en Verluyten Merten, schuld aan de Tafel van de H. Geest . Hij stelt zijn bezittingen in pand, waaronder een huis, binnenblok en een perceel erven, genaamd de Beff, in Schaatsbergen.
Op 2.1.1687 wordt een akkoord bereikt tussen Pelsmakers Cornelis en Verheyen Merten, momboirs en Pelsmakers Mattheus, weduwnaar van Verheyen Catleyn, betreffende zijn kind.
Op 2.3.1687 bekennen, ten overstaan van Vermeeren Wilb. (notaris), Verboven Peeter en Bogaerts Mattheus, momboirs van de minderjarige wezen van Cluyts Jan, schuld aan de pastoor, aan Meir Peeter en T’Sijen Willem, kerkmeesters. Spapen Adriaen en Peijs Anthoni zijn getuigen.
Op 19.4.1687 wordt een akkoord bereikt tussen Tsiegers Jan en Patroons Lenaert, momboirs van Tielemans Dilis, 20 jaar, weeskind van Tielemans Bastiaen, anderzijds Tsiegers Mayken, weduwe van voornoemde Tielemans Bastiaen, hertrouwd met Cluyts Jan, betreffende de erfelijke goederen van vader en van Tsiegers Catleijn, tante.
Op 2.5.1687 bekent Smets Niclaes (Adriaenszoon), wonend in Schaatsbergen, een schuld aan de Tafel van de H. Geest van Olen, tegenover Vermeeren Wilb. (notaris) en de getuigen Van Bijlen Jeroen en Verluyten Merten.
Op 28.9.1688 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Merten en Van Genechten Jan, momboirs, en Bellens Jan, weduwnaar van Van De Poel Seycken, betreffende zijn 4 kinderen.
Op 13.4.1689 verkoopt de gemeente een eigendom in Meren, competerende Peeters Peeter (alias Bultkens).
Wuyts (meier) samen met De Rost (drossaert), Peetermans Jan (schepen), Soeten Adriaen (schepen), Wuyts Cosmas (schepen) en Van Kerkckhoven Joan Baptist (schepen), bestuurders van Westerlo verkopen in 2 zitdagen op 13.4.1689 en 27.4.1689:
1° koop
Een bod van Wuyts (meier) wordt verhoogd door Vermeeren (secretaris).
2° koop
Een bod van Vermeeren (secretaris).
3° koop
Een bod van Vermeeren (secretaris).
4° koop
Op 22.4.1689 wordt een akkoord bereikt tussen Van Genechten Adriaen en Van Beijlen Jan, momboirs, en Van Genechten Jan, weduwnaar van Verboven Anna, betreffende zijn enig weeskind.
Er zijn schulden aan Bens Jan, Bens Cornelis en Van Genechten Adriaen.
Op 22.6.1689 wordt een akkoord bereikt tussen Meer Peeter en Van Genechten Andries, momboirs, en Van Genechten Mayken, weduwe van Meer Adriaen, betreffende haar kinderen: Meer Mayken, Meer Leynken, Meer Marten, Meer Dimpna en Meer Jan.
Op 3.11.1689 wordt een bestemming geregeld door Siegers Cathlijn, weduwe Pateraers Lenaert, voor obligaties ten laste van Van Lommel Jan en Cluyts Jan (Mertenszoon), met getuigen Seyen Willem en Verluyten Willem.
Op 1.3.1690 verkopen Verboven Anneken met Lemmens Merten en Huysmans Nicolaes, momboirs, een inboedel van het sterfhuis van Van Rompa Matthijs, gehuwd met Peeters Elisabeth.
Kopers: Bellens Michiel, Verboven Peeter, Verboven Anna, Van Bijlen Jeroen, Huysmans Jaques, Wuyts (meier), Lijsen Adriaen, Van Olmen Jan, Van Dijck Wilm, Van Eynde Wilm, Verstrepen Adriaen, Cloots Merck, Heyns Hendrick, Heylen Jan, Pauwels Jan, Lemmens Merten, Helsen Adriaen, Peeters Michiel, Van Camp Jan, Van Passel Hendrick, Peeters Peeter, Papaerts David, Van Eynde Anthoni, Verboven Peeter (Doffen), Blerincx Adriaen, Blerincx Jan, Spapen Merten, Cooltiens Peeter, 'S Jongers Jan met borg van Van Bijlen Jeroen.
Op 15.6.1690 bekent het voltallige gemeentebestuur van Olen een som ontvangen te hebben van Tubaicx Adriaentin, weduwe van Helsen Adriaen, in aanwezigheid van getuigen Geentkens Petrus en Kenens Christiaen.
De vereffening gebeurt op 29.10.1694 en 14.4.1698
Op 27.7.1690 wordt een akkoord bereikt tussen Van Hove Jan en Van Bijlen Joroen, momboirs, en Van Passel Hendrick, weduwnaar van Janssen Anna, betreffende zijn 2 minderjarige kinderen.
Op 13.6.1690 verkopen Meir Peeter en Van Genechten Andries, momboirs van de wezen van Meir Adriaen en Van Genechten Maeyken, een inboedel.
Kopers: Van Den Broeck Adriaen, Van Genechten Andries, Bocx Frederick met borg van Meir Peeter, Oyen Pauwels, Van Audenaerden Jan, Van Genechten Merten, Verbist Jan, Kenens Adriaen, Hermans Anna, Heylen Henrick, Bogaerts Wouter, Van Opstal Peeter, De Busser Jan,Van Den Broeck Henrick, Ruts Jan, Meir Peeter, Bultkens Melchior, Vermeerberghen Adriaen, Van Meldert (eerw.), Bellens Adriaen, Wouters Dierck, Van Olmen Peeter, wed. Verhestraeten Jan, Peeters Adriaentin, Cluyts Merck, Verboven Adriaen, Blampaerts Merten, De Butter Adriaen, Verluyten Merten (Doffen), Huysmans Jacq, Gebruers Jan, Pauwels Jan, Van Eyndt Willem, Bultkens Jan, Cluyts Merten, Cluyts Jan, Verboven Henrick, wed. Van Hove Henrick, Jennen Jacob, Van Lommel Jan, Goor Adriaen, Bellens Merten, Verdonck Marcus, Meir Merten, Van De Wijer Henrick, Peijs Dierck, T’Sijen Dimpna, Van De Wijer Cornelis, Verstappen Merten, Hermans Henrick, Daems Maria, Bellens Michiel, Verdonck Merck, Helsen Henrick, Kempenaerts Anthoni, Van Lommel Merck, Menten Adriaen, Goor Willem, T’Sijen Willem, Pauwels Jan, Wouters Adriaen met borg van Van Bijlen Jeroen, Sijmons Jan, Witvrouwen Cornelis, Vleugels Jan, Butters Adriaen, Hermans Cornelis, Laureijs Peeter, Knaeps Jan, Moons Maria, Van Eyndt Jan met borg van Van Camp Jan, Van Eynde Jan, Van De Goor Jan, Peeters Peeter, Wuyts Matthijs met borg van Tubaicx Jaspar, Moons Maeyken, Verluyten Merten (Meren), D’Joos Maeyken, Claes Peeter, Daems Jan (meulder), Verheyen Bastiaen, Spapen Merten, Van Genechten Anna, Lemi Michiel, Oyen Jenneke, Moons Merten.
Op 26.5.1691 wordt een akkoord bereikt tussen Van Hove Guilliam en Dams Jan, momboirs, en Cluyts Jan, weduwnaar van Dams Mayken, betreffende zijn 7 kinderen.
Op 8.6.1691 wordt de erfenis verdeeld van Willems Jeroen en Dioos Mayken tussen Willems Hendrick, Willems Jan, Willems Marijn, gehuwd met Baten Gommarus, Willems Cathalijn, weduwe Verwimp Hendrick, bijgestaan door Verluyten Marten en Meir Marten, momboirs, Willems Adriana, bijgestaan door Willems Jan en Van Hove Guilliam, momboirs, Willems Maria, bijgestaan door Verluyten Marten (schepen) en Meir Marten, momboirs, en Willems Elisabeth, bijgestaan door haar momboir, Laenen Jan.
Kavel 1 – geloot door Willems Hendrick
De volgende kavels bevatten telkens een perceel land op de Leente en een perceel heide op de Meerensche Heyde. Alleen kavel 5 erft hierbij nog een hooiwas in het Geelsche Broeck bij de Wolfsdoncken.
Kavel 2 - geloot door Baten Gommaar
Kavel 3 – geloot door Willems Jan
Kavel 4 – geloot door Willems Elisabeth
Kavel 5 – geloot door Willems Cathelijn
Kavel 6 – geloot door Willems Martijn
Kavel 7 – geloot door Willems Maria
Op 5.7.1691 verkopen Clemens Jan en Van Hove Jan, momboirs van de wezen van Van Passel Hendrick en Clemens Anna, een inboedel.
Kopers: Verboven Peeter, Vermiert Hendrick met borg van Meir Merten, Van Eynde Peeter, Claes Jan, Van Lommel Peeter, Peeters Jan, Cooltiens Peeter, Cools Merten, Heylen Jan, Van Uytsel Adriaen, Van Eynde Jan, Pauwels Jan, Verherstraten Jan, Broecx Peeter, Bulckens Jan, Bulckens Melchior, Peeters Adriaen, Geeraerts Anthoni, Van Passel Jacobus, Van Dijck Peeter, Van De Weyer Adriaen, Steynen Hendrick, Papa David, Seyen Dimpna, Wouters Adriaen, Van Cakenberch Jan, Van Gelder Francis, De Backer Christiaen, Van der Eyck Hendrick, Van Passel Sebastiaen, Van Dijck Wilm, Symons Jan, T’Seyen Wilm, Caeltens Peeter met borg van Heylen Jan, Bouwen Christiaen, Heyns Hendrick, Laureijs Peeter, Keinens Peeter, Milans Matthias, Biscops Wouter, Leysen Adriaen, Van Hove Jan, Clemens Jan, Van Passel Jan, Moons Maria, Meir Peeter, Verstrepen Jan (Vennen), T’Siongers Peeter, Deckx Cornelis, Van De Goor Jan met borg van Verluyten Merten.
Op 4.1.1692 wordt een akkoord bereikt tussen Meynten Dilis en Wilms Anthoni, momboirs, en Mijnten Merten, weduwnaar van Wilms Anna betreffende zijn 2 kinderen.
Op 11.1.1692 wordt de erfenis verdeeld van Helsen Adriaen en Tubacx Adriana.
Kavel 1 – bevallen aan Helsen Adriaen en Helsen Geeraert
Kavel 2 – voor Verhaghen Peter
Kavel 3 – bevallen aan Bouwen Jan en Verlinden Jan
Kavel 4 – voor Heylen Jan
Op 31.1.1692 wordt de erfenis verdeeld van Van Genechten Jan en Caers Mayken tussen de kinderen en erfgenamen: Van Genechten Andries, Van Genechten Adriaen, Meir Peeter, momboir van de wezen van Van Genechten Mayken en Meir Adriaen, Vermeeren Wilb. (notaris) procuratie hebbende van Van Genechten Dimpna.
Kavel 1 – bevallen aan Van Genechten Andries, de oudste zoon
Kavel 2 – bevallen aan Van Genechten Adriaen
Deze kavel heeft een schuld aan Beens Merten.
Kavel 3 – bevallen aan de kinderen van Van Genechten Mayken en Meir Adriaen.
De kavel heeft een schuld aan Smets Adriaen.
Kavel 4 – voor Van Genechten Dingen
Deze kavel heeft een schuld aan Swinnen Michiel.
Een perceel, genaamd het Leen blijft onverdeeld
Op 9.5.1692 wordt de erfenis verdeeld van Meermans Jan en Verluyten Catharina, tussen Meermans Machiel, Meermans Anna, gehuwd met Verstrepen Jan, Verbiest Jan en Wauters Jan, momboirs van de wezen van Meermans Maria en Verbiest Merten, Belmans Hendrick en Verluyten Merten, momboirs van de wezen van Meermans Jan en Verbiest Elisabeth.
Kavel 1 – voor Meermans Machiel
Kavel 2 – geloot door Meermans Anna, gehuwd met Verstrepen Jan
Kavel 3 – geloot door Verbiest Jan, momboir van de wezen van Verbiest Merten en Meermans Maeycken
Kavel 4 – bevallen aan Bellemans Hendrick en Verluyten Merten, momboirs van de wezen van Meermans Jan en Verbiest Elisabeth
Op 30.9.1692 wordt inboedel verkocht van Van Isschoth Jan en Verheyden Cattelijn, door De Busser Jan en Van Isschoth Jan, rechterlijke momboirs.
Kopers: Butters Adriaen, Van Den Bruel Jan, Belmans Hendrick, Wuytens Jan, Heylen Merten, Willems Hendrick, Van De Weyer Cornelis, Van Isschoth Jan, Deckers Jan, Hermans Merten, Hermans Anna, Biddelo Guilliam, Willems Anthonis, Mermans Peeter, Schoemaeckers Seger, Pluys Jan, Bellens Machiel, Menten Diel, Van Eynde Willem, Bauwen Christiaen, Vermiert Hendrick, De Busser Jan, Slegers Hendrick, Van Bijlen Machiel, Menten Adriaen, Willekens Beirnaert, Baetvens Jan, Van Lier Jan, Van Lommel Jan, Hermans Cornelis, Van De Weyer Peeter, Jacobs Jacob, Verbiest Jan, Snijers Merten, Van Eijnde Jan, Laureijs Peeter, Maes Adriaen, Elen Peeter, Naepen Mant, Wuyts Hendrick, Deckers Peeter, Smets Sander, Van Gelder Adriaen, Wuyts Peeter, Butters Cattelijn, Taels Peeter, Verboven Peeter, Verhestraeten Merten, De Busser Machiel, Cluyts Merten, Pappa David, Verbiest Merten, Peeters Merten, Peeters Peeter(alias Van Haut), Gilis Jan met borg van Goor Willem, Van Isschoth Dimpna, Verachtert Adriaen, Huysmans Merten, wed. Mermans Peeter, Steurs Jan, Laenen Jan, Thijs Peeter met borg van Wauters Adriaen, Wauters Adriaen, Van Opstal Peeter met borg van Heylen Merten, Van Calster Jan, Oijen Willem, Swinnen Hendrick, Van Genechten Adriaen, Van Sprengen Willem.
Op 3.10.1692 wordt een akkoord bereikt tussen Spapen Merten en Peeters Merten momboirs, en Spapen Elisabeth, weduwe van Peeters Adriaen, betreffende haar kinderen.
Op 18.10.1692 wordt de erfenis verdeeld van Van Isschot Jan en Willems Cattelijn tussen Van Isschot Jan, Van de Weyer Hendrick, Hermans Merten, Willems Anthoni, Van Eynde Jan, rechterlijke momboirs.
Kavel 1 – geloot door Van Isschot Jan
Kavel 2 – geloot door Willems Anthoni en Van Eynde Jan als momboirs van Van Isschoth Anna
Kavel 3 – geloot door Willems Anthoni en Van Eynde Jan, momboirs van Van Isschoth Dimpna
Kavel 4 – geloot door genoemde momboirs voor Van Isschoth Maria
Kavel 5 – geloot door Hermans Menten als man van Van Isschoth Cattelijn
Kavel 6 – geloot door Van De Weyer Hendrick als man van Van Isschoth Elisabeth
Op 2.5.1693 wordt de erfenis verdeeld van Verheyden Adriaen en Cluyts Margareta tussen Verheyden Marten, Pelsmaeckers Anna, geassisteerd door Verluyten Hendrick en Heylen Jan, schepenen, Verheyden Maria, gehuwd met De Bie Andries, Verheyden Margareta en Verheyden Dympna.
Kavel 1 – geloot door Verheyden Merten
Kavel 2 – geloot door Verheyden Dympna
Kavel 3 – geloot door Pelsmaeckers Anna
kavel 4 – geloot door Verheyden Margareta
Deze kavel heeft een schuld aan de Kerk van Olen.
Kavel 5 – geloot door Verheyden Maria
Op 4.5.1693 verkoopt Schellekens Dympna, bijgestaan door momboirs een deel van de inboedel.
Kopers: Weytens Jan, Wauters Sebastiaen, Leys Jan met borg van Van Opstal Peter, Soffi Marten, Van Opstal Peter, Baetven Jan met borg van Diericx Peter,Van de Broeck Adriaen, Willems Peter, Van de Wijer Peter, Peeters Peter, Goossens Jan, Peeters Jan, Schellekens Mattheus, Mans Cornelis, Napen Marten, Verwimp Willem met borg van Van Opstal Peter, Bellens Adriaen, Peeters Peter (Hendrickszoon), Van Genechten Jan, Heylen Marten, Wuyts Hendrick, Van Eynde Jan, Van Lommel Laureijs, Papaes David, Haverhals Jan, Van de Peyre Cornelis, Geens Jan, Cleijnen Jan, Verluyten Hendrick, Sachtlevens Adriaen, Waghemans Jacob, Heylen Hendrick, Schuermans Amant, Bertels Marten, Van Genechten Andries, Van Swijvel Jan met borg van Daems Jan, Schellekens Dympna, Helsen Geeraert, Van Hove Catharina, Diericx Peter, Laenen Jan, Willems Hendrick, Verboven Peter, Verreijt Hendrick, Laureijs Jan, Caers Jan, Wouters Jan, Menten Diel, Verachtert Jan, Van Lier Jan, Van Hove Jan, Van de Wijer Hendrick, Slegers Hendrick, Bertels Merten, Daems Jan met borg van Wuyts (meier), Van de Parre Cornelis met borg van Van Opstal Peter, Wuyts Peter met borg van Bellens Jan (Marcuszoon).
Op 14.5.1693 verkopen Willems Machiel en Heylen Jan, momboirs van de wezen van Willems Anthonis en Heylen Barbara, inboedel.
Kopers: Willems Anthonis, Slegers Hendrick, Van Bijlen Cornelis, Bellens Michiel, Caers Jan, Vandeweyer Petrus, Willems Michiel, Willems Petrus, Spapen Merten, Willems Jan, Hablache Jan, Goir Merten, Belmans Hendrick, Heylen Barbara, Van Ende Adriaen, Verbiest Jan, Huysmans Cathlijn, Van Lommel Petrus, Verboven Adriaen, Huysmans Jan.
Op 19.5.1693 wordt de erfenis verdeeld van De Busser Hendrick en Verheyen Elisabeth, tussen de Busser Jan en De Busser Maria, bijgestaan door Van Dijck Geeraert en Heijlen Jan, momboirs uit de wet.
Kavel 1 – bevallen aan De Busser Jan
Kavel 2 – geloot door De Busser Maria
Op 30.10.1693 wordt een akkoord bereikt tussen Van Opstal Peter en Schellekens Mattheus, momboirs, en Schellekens Dimpna, weduwe van Deckers Hendrick, hertrouwd met Seijen Elias, betreffende haar kinderen, Deckers Peter en Deckers Hendrick.
Op 28.4.1694 wordt een akkoord bereikt tussen Blampaerts Merten en Heylen Jan, momboirs uit de wet, en Blampaerts Jan, weduwnaar van Renders Cattelijn, betreffende zijn kinderen: Blampaerts Margarita, Blampaerts Joannes, Blampaerts Henricus, Blampaerts Arnoldus, Blampaerts Anna en Blampaerts Dimpna.
Op 29.5.1694 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Joris (Janszoon) en Verheyen Jan, momboirs, en Cathlijn Bulckens, weduwe van Cluyts Joris, betreffende haar kind, Cluyts Merten.
Op 8.6.1694 bekent De Keuster Machiel, schuld te hebben aan de Tafel van de H. Geest van Olen, tegenover De Licht Norbertus (pastoor), meyer en schepen van Olen, Stercx Merten en Peeters Jan, schepenen van Oosterwijk, als gevolg van de huur van het Venblock.
De schuld wordt op 10.8.1720 vereffend.
Op 24.9.1694 wordt een regeling getroffen over een schuld uit 1670 aan de Kerk van Olen, erkend, tegenover de schepenen van Westerlo, door Clemens Jan en Van Hove Jan, momboirs van de wezen van Van Passel Hendrick en Janssens Anna, waarvoor in pand werd gesteld:
De terugbetalingen gebeuren bij de kerkmeesters, Soeten Peeter en Bulckens Melchior.
Op 7.3.1705 heeft Slaets Wouter alles vereffend met als getuigen Heyns Hendrick en Verboven Peeter.
Op 20.10.1694 wordt de erfenis verdeeld van Mermans Cornelis en Verboven Dimpna, tussen Willems Peeter, Mermans Jan, Huysmans Merten, momboir van de kinderen van Mermans Peeter en Huysmans Catharina, Mermans Maria.
Kavel 1 – bevallen aan Huysmans Cath. en Huysmans Merten, momboir
Kavel 2 – bevallen aan Mermans Jan
Kavel 3 – bevallen aan Mermans Maria
Kavel 4 – bevallen aan Willems Peeter
Op 10.3.1695 wordt een regeling getroffen betreffende de nalatenschap tussen Verbiest Jan, voor zichzelf en met Wauters Jan, momboir van de wezen van Verbiest Merten en Meermans Maria, Wuyts Hendrick, man en momboir van Verbiest Elisabeth, Verbiest Adriaen en Verbiest Geert.
Op 9.6.1695 wordt een akkoord bereikt tussen De Cock Pauwels en Heylen Jan, momboirs uit de wet, en T’Sijen Dimpna, weduwe van De Cock Peeter, hertrouwd met Sijmons Jan, betreffende haar dochter, De Cock Elisabeth
Op 9.6.1695 wordt de erfenis verdeeld van Sergers Jan en Verstappen Anna, tussen Sergers Machiel, Sergers Elisaberth, gehuwd met Willems Jan, Sergers Anna, gehuwd met Wuyts Peter.
Kavel 1 – geloot door Sergers Michiel
Deze kavel betaalt een schuld aan Sprengers Cattelijn.
Kavel 2 – geloot door Willems Jan
Kavel 3 – geloot door Wuyts Peter
Deze kavel betaalt schulden aan de H. Geest, erven Swinnen Hend., en Willems Jan.
Op 12.7.1695 wordt de erfenis verdeeld van Menten Jan en Luyten Cattelijn tussen Menten Dielis, voor zichzelf en voor Menten Merten, Menten Elisabeth, gehuwd met Goir Peter, Menten Christina, gehuwd met Bellens Merten.
Kavel 1 – geloot door Bellens Merten
Kavel 2 – geloot door Menten Dielis
Deze kavel erft een rente geldende wed.Den Duydts Hend. (Herentals).
Kavel 3 – geloot door Menten Merten
Kavel 4
Op 17.11.1696 wordt de erfenis verdeeld van Biermans Peter en Peijs Margareta tussen Biermans Nicolaes, Heylen Machiel, weduwnaar van Biermans Maria, bijgestaaan door Peeters Jan, momboir uit de wet van Tongerlo, Van den Hauwe (Eerw.) pastoor van Morkhoven, momboir van Biermans Christina, volgens een akte gepasseerd bij Wils P. (notaris).
Kavel 1 – geloot door Biermans Nicolaes
Kavel 2 – geloot door de kinderen Heylen Michiel
Kavel 3 – geloot door Van den Hauwe Joannes (eerw), pastoor van Morkhoven
Een huis, met hof en stal in de Plaetse wordt verkocht om schulden af te betalen
Op 6.1.1696 betaalt Huysmans Willem, man van Meir Dympna, die weduwe is van Bulckens Melsen een som aan heer De Bie (rentmeester) voor de heer Hertog van Holsteijn.
Op 23.2.1696 wordt een akkoord bereikt tussenVerbiest Merten en Lemmens Merten, momboirs van de wezen van Lemmens Hendrick en Verbiest Elisabeth, nl. Lemmens Jan, Lemmens Cathlijn, Lemmens Elisabeth, en anderzijds, Heylen Jan, momboir van de wezen van Laureijs Peter, weduwnaar van voornoemde Verbiest Elisabeth, betreffende uitkoop en erfgoederen.
Op 8.3.1696 wordt een geschil opgelost tussen Peeters Jan en Verbiest Gheert betreffende grond uit een kuil, uitgediept door Wuyts Merten.
Op 7.9.1696 worden erfgoederen verdeeld tussen Spapen Merten en Peeters Michiel, momboirs van de kinderen van Peeters Peter en Schoensetters Maria, hertrouwd met Verheyen Sebastiaen.
Kavel 1 – geloot door Peeters Michiel in qualiteit van momboir
Kavel 2 – geloot door Verheyen Sebastiaen
Op 24.9.1696 wordt de erfenis verdeeld van Lemmens Hendrick en Verbiest Elisabeth tussen Lemmens Merten, Lemmens Jan, Lemmens Cattelijn en Lemmens Elisabeth, gehuwd met Gaublom Balthasar.
Kavel 1 – geloot door Lemmens Merten
Kavel 2 – geloot door Verbiest Merten, momboir van Lemmens Cattelijn
Kavel 3 – geloot door Gaublom Balthasar en Lemmens Elisabeth
Kavel 4 – geloot door Lemmens Jan
Op 22.11.1696 wordt de erfenis verdeeld van Blampaerts Jan en Dioris Adriana, tussen Blampaerts Cattelijn, gehuwd met Van Lommel Jan, Blampaerts Peter, momboir van de wees van Blampaerts Peter en Verboven Elisabeth, Leysen Jan en Blampaerts Merten, momboirs van de wezen van Blampaerts Elisabeth en Leysen Adriaen.
Kavel 1 – geloot door Van Lommel Jan
Kavel 2 – geloot door momboir Blampaerts Peter
Kavel 3 – geloot door de momboirs Leysen Jan en Blampaerts Merten
Op 22.11.1696 wordt een regeling getroffen betreffende hafelijke erfgoederen door de voor- en nakinderen van Blampaerts Jan, nl Blampaerts Cattelijn, gehuwd met Van Lommel Jan, Leysen Jan en Blampaerts Merten, momboirs van de wezen van Leysen Adriaen en Blampaerts Elisabeth, Blampaerts Peter als momboir van de wezen van Blampaerts Peter en Verboven Elisabeth, Blampaerts Jan, Blampaerts Hendrick en Van De Pair Willem, momboirs van de wezen van Blampaerts Jan en Lenders Cattelijn.
Op 14.12.1696 wordt een akkoord bereikt tussen Van Passel Jan en Van Haut Geeraert, momboirs en Van Passel Peter, weduwnaar van Clemens Elisabeth, nu hertrouwd met Peijs Joanna, betreffende de erfgoederen.
Op 17.1.1697 wordt de erfenis verdeeld van Jacobs Jan en Verboven Anna tussen Jacobs Maria, gehuwd met Van Eynde Willem, en de wezen van Jacobs Catlijn en Verboven Peter, bijgestaan door hun momboirs, Jacobs Jacob en Verboven Merten.
Kavel 1 – voor de wezen van Jacobs Catlijn en Verboven Peter, geassisteerd door Jacobs Jacob en Verboven Merten.
Kavel 2 – geloot door Jacobs Maria, bijgestaan door haar man, Van Eynde Willem
Op 26.1.1697 treffen Verboven Merten en Jacobs Jacob, kavel 1, een regeling met Van Eynde Willem, kavel 2, voor de ruil van erfgoederen.
Op 11.2.1697 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Joris, die samen met Tilemans Egidius momboir is voor zijn zuster, Cluyts Elisabeth en anderzijds zijn vader, Cluyts Jan, weduwnaar van Dams Maria, hertrouwd met T’Siegers Maria, moeder van voornoemde Tilemans Dielis, betreffende zijn kinderen: Cluyts Joris, Cluyts Maria, Cluyts Merten, Cluyts Elisabeth die een toelage krijgt van haar moeijcken T’Siegers Catlijn.
Op 11.3.1697 wordt een akkoord bereikt tussen Cluyts Jenneken, gehuwd met Truyts Peter, en Cluyts Dympna, gehuwd met Vermiert Jan, dochters van Cluyts Jan (Mertenszoon) en anderzijds Gebruers Elisabeth, weduwe van voornoemde Cluyts Jan, hertrouwd met Van Den Bruel Peter en moeder van Cluyts Adriaen, betreffende de erfgoederen van Cluyts Jan.
Er is schuld aan de gemeente Olen.
Op 14.3.1697 wordt de erfenis verdeeld van Verbiest Jan, tussen Verbiest Geert, Verbiest Elisabeth, gehuwd met Wuydts Hendrick, Verbiest Adriaen, voor zichzelf en met Wauters Jan, momboir van de erven Verbiest Merten en Meermans Maijcken.
Kavel 1 – geloot door Verbiest Geert
Kavel 2 – geloot door Verbiest Elisabeth, gehuwd met Wuydts Hendrick
Kavel 3 – geloot door Verbiest Adriaen
Kavel 4 – geloot door de erven Verbiest Merten en Meermans Maijcken
Op 19.2.1698 wordt de erfenis verdeeld van Van Lommel Merk en Wauters Anna tussen Van Lommel Merten, Van Lommel Jan, Van Lommel Adriaen, Van Lommel Laureijs, Van Lommel Herdrick en Van Lommel Martijn, gehuwd met Verheijen Hendrick.
Kavel 1 – geloot door Van Lommel Merten
Deze kavel heeft een schuld aan Verstoock Merten.
Kavel 2 – geloot door Van Lommel Jan
Kavel 3 – geloot door Van Lommel Adriaen
Kavel 4 – geloot door Van Lommel Laureijs
Kavel 5 – geloot door Van Lommel Hendrick
Deze kavel heeft een schuld aan de erven Verbiest Merten.
Kavel 6 – geloot door Van Lommel Martijn, bijgestaan door haar man, Verheyen Hendrick
Op 2.4.1698 wordt een erfenis verdeeld tussen Hermans Cornelis, Boogaerts Christiaen, Van de Bruel Peeter en Bellens Jan.
Kavel 1 – geloot door Bellens Jan, vertegenwoordigd door zijn vader, Bellens Marcus.
Kavel 2 – geloot door Van de Bruel Peeter
Kavel 3 – geloot door Boogaerts Christiaen
Kavel 4 – geloot door Hermans Cornelis
Op 6.6.1698 wordt de erfenis verdeeld van Cluysts Jan en Verwierst Maria tussen Cluydts Joanna, gehuwd met Truydts Peter en Cluydts Dympna, gehuwd met Wouters Jan.
Kavel 1 – geloot door Cluydts Joanna, bijgestaan door haar man, Truydts Peter
Kavel 2 – geloot door Cluydts Dympna, bijgestaan door Wouters Jan, haar man
Deze kavel heeft schuld aan de gemeente.
Voor hun zwager, Cluydts Merten, die in het buitenland is, geven beide ervers een perceel in pand, het Philip Maes in Doffen en het Cluytsblock aan de Gereesche Straet.
Op 12.11.1698 wordt de erfenis verdeeld van Willems Peter en Sneyers Catlijn tussen Willems Peter, Willems Michiel, Willems Hendrick, Willems Jan, Willems Maria, gehuwd met Bellens Cornelis, Willems Elisabeth, Willems Adriaen, en de kinderen van Willems Anthoon en Vleugels Catlijn, bijgestaan door hun momboirs, Willems Peter en Verbiest Geert.
Kavel 1 – geloot door Willems Peter
Kavel 2 – geloot door Willems Michiel
Kavel 3 – geloot door Willems Hendrick
Kavel 4 – geloot door de wezen van Willems Anthoon en Vleugels Catlijn
Kavel 5 – geloot door Willems Jan
Kavel 6 – geloot door Willems Maria, bijgestaan door Bellens Cornelis, haar man
Kavel 7 – geloot door Willems Elisabeth
Kavel 8 - geloot door Willems Adriaen
Op 12.11.1698 wordt de erfenis verdeeld van Helsen Adriaen, tussen Helsen Margariet, gehuwd met Meermans Jan, Helsen Maria, gehuwd met Verheyden Adriaen, Helsen Peter, Helsen Elisabeth, gehuwd met Daems Peter en Helsen Catlijn, gehuwd met Verbiest Adriaen.
Kavel 1 – geloot door Helsen Margariet, bijgestaan door Meermans Jan, haar man
Kavel 2 - geloot door Helsen Maria, bijgestaan door haar man, Verheyden Adriaen
Kavel 3 – geloot door Helsen Peter
Kavel 4 – geloot door Helsen Elisabeth, geassisteerd door haar man, Daems Peter
Kavel 5 – geloot door Helsen Catlijn, bijgestaan door Verbiest Adriaen, haar man
Op 18.12.1698 gebeurt de taxatie van erfgoederen wijlen Gielis T’Sijen, gehuwd met Schoensetters Maria, door meier, schepenen en Van Eynde Jan, Meir Peter, Cluydts Janen Verboven Hendrick, op verzoek van Meermans Michiel, momboir van de wezen.
Op 9.7.1699 wordt de erfenis verdeeld van Huysmans Willemen Bertels Dympna tussen Huysmans Catlijn, Huysmans Margariet, gehuwd met Dois Cornelis, Huysmans Mertenen Huysmans Peter.
Kavel 1 – geloot door Huysmans Catlijn, bijgestaan door haar momboir, Meermans Jan
Deze kavel heeft een obligatie die is heffende Van De Perre Maria.
Kavel 2 – geloot door Huysmans Margarieten haar man Dois Cornelis
Kavel 3 – geloot door Huysmans Merten
Kavel 4 – geloot door Huysmans Peter
Op 15.10.1641 wordt in Morkhoven een akte opgesteld waarbij Caers Jan, schoolmeester en koster, inwoner van Morkhoven, in eigen naam en voor zijn zusters: Woutruyt Caers en Dympna Caers, verkoopt aan Goir Merten uit Meren een huis met aangelegen erve in Meren ingezet door Stijnen Baltazar met getuigen Vaerendries Thomas, Vaerendries Cornelis, en Muyndelaers Mijnten.
Op 22.4.1658 bekennen Caers Joannes, meier, Van Eynde Merten en Verluyten Peter, schepenen, en de setters: Wouters Jan, Spapen Jan, Meir Pauwels en Van Lomele Merten als gemeentebestuur een schuld aan de pastoor van Olen, Jacobus Franciscus Paulus.
Op 17.8.1667 wordt de schuld vereffend bij Swinnen (kapelaan) met getuigen Buelckens Joannes (Michielszoon) en Caers Merten.
Op 13.9.1699 wordt een akkoord bereikt in aanwezigheid van Vermeeren Wilb. (notaris)en de getuigen: Menten Dielisen Meir Merten, tussen enerzijds Vermeulen Peter en Goor Merten, momboirs van de wezen van Vermeulen Peter en Goor Adrianken, anderzijds Verboven Hendrick en Van Genechten Jan, momboirs van de wezen van Verboven Peter en Van Hove Catlijnbetreffende een obligatie.
Op 1.2.1700 wordt een akkoord bereikt tussen Elisabeth Herremans, weduwe van Bertels Merten, haar kinderen en Bertels Jan en Smets Adriaen, momboirs van het weeskind van Bertels Adriaen, betreffende de hafelijke goederen.
Op 4.3.1700 wordt de erfenis verdeeld van Van Bijlen Mertenen Meir Margarita, tussen: Van Bijlen Jan, Van Bijlen Catlijn, gehuwd met Bouwen Huybrecht, Van Bijlen Michiel, en Van Bijlen Elisabeth, gehuwd met Verboven Peter.
Kavel 1 – geloot door Van Bijlen Jan
Kavel 2 – geloot door Van Bijlen Catlijn, geassisteerd door haar man, Bouwen Huybrecht
Kavel 3 – geloot door Van Bijlen Michiel
Kavel 4 – geloot door Van Bijlen Elisabeth, gehuwd met Verboven Peter
Op 26.4.1700 wordt een akkoord bereikt tussen Vekemans Adriaen, met Meijnten Egidius, momboir van zijn broers en zusters, en Goir Maria, zijn moeder, weduwe van Vekemans Andreas, betreffende de kinderen: Vekemans Adriaen, Vekemans Michiel, Vekemans Jacobus, Vekemans Dimpna, Vekemans Elisabeth en Vekemans Catlijn.
Op 22.6.1700 regelen Janssen Janen Peeters Jan, momboirs, en Van Eynde Maria, weduwe van Janssen Jan(Janszoon) de schulden van het sterfhuis aan Wilms Melchior (Michielszoon), aan Smets Adriaen, aan de kerk van Olen, aan erven Van Bijlen Merten.
Op 26.8.1700 verkopen Goor Willemen Laureijs Christiaen, momboirs van de wezen van Goor Hendrick en Laureijs Maycken, de inboedel van het sterfhuis en gewassen op het Overveecken, de Hoeffe Dries, het Geeresvelt, de Steenacker en op Kemperlandt.
Kopers: Goor Willem, Van Roy Jan, Van Hoef Jan met borg van Peeters Adriaen, Haverans Hendrick, Beens Merten, Heylen Merten, Cluydts Merten, Dois Joannes met borg van Laenen Jan, Heylen Michiel, Wuydts Peter, Verbiest Adriaen met borg van Meir Merten, Moons Peter,Peeters Janmet borg van Verbiest Adriaen, Van Dijck Lowies met borg van Verluyten Merten, Van Eynde Jan, Verbiest Geert, met borg van Peeters Adriaen, Huysmans Willem met borg van Verheyen Sebastiaen, Vennekens Jan, Van De Weyer Peter met borg vanVan Genechten Adriaen, Verheyen Sebastiaen met borg van Peeters Adriaen, Peeters Adriaen met borg van Van Dijck Jan, Papas David, Menten Dielis, Dois Diel met borg van Van Dijck Jan, Mertens Jan met borg van Van Dijck Jan.
Op 11.10.1700 wordt een akkoord bereikt tussen De Busser Janen Snockx Jan, momboirs van de kinderen van De Busser Maria, weduwe van Baeten Jan, enerzijds, en anderzijds Meir Peter (Peterszoon), gehuwd met Sprengers Maria (Dilisdochter).
Er komt een regeling voor een schuld van voornoemde De Busser Maria aan voornoemde Meir Peter (Peterszoon).
Op 12.10.1700 wordt een akkoord bereikt tussen Belmans Hendericken Van Ghenechten Adriaen, momboirs, en Van Isschot Catlijn, weduwe van Hermans Merten, betreffende haar kinderen.
Er is een schuld aan Meermans Michiel.
Op 17.12.1700 wordt de erfenis verdeeld van Verboven Adriaen en Van Genechten Anna tussen Verboven Mattheus, de aangetrouwde Aerts Jan, de kinderen van Verboven Elisabeth en Cluydts Merten, bijgestaan door hun momboirs Verboven Peter en Peeters Adriaen, Verboven Anna, bijgestaan door voornoemde Peeters Adriaen en Van Genechten Peter, Verboven Peter en Verboven Adriaen met hun momboirs, voornoemde Peeters Adriaen en Meir Merten.
Kavel 1 – geloot door Verboven Mattheus
Kavel 2 – geloot door Aerts Jan, gehuwd met Verboven Maria
Kavel 3 – geloot door Verboven Peter, momboir van de wezen van Cluydts Merten en Verboven Elisabeth
Kavel 4 – geloot door Van Genechten Peter, momboir van Verboven Anna
Kavel 5 – geloot door Van Genechten Peter voor en in naam van Verboven Peter
Kavel 6 – geloot door Verboven Adriaen
Op 27.6.1701 wordt een akkoord bereikt tussen enerzijds Peeters Merten en Verbiest Merten, momboirs van de wezen van Peeters Adriaen en Spapen Elisabeth, anderzijds Vandijck Jan, laatste echtgenoot van voornoemde Spapen Elisabeth, betreffende de hafelijke goederen.
Er zijn schulden aan Dircx Anna (Herentals), aan Van Opstal Peter en aan Van Roij Geert (Oevel).
Op 19.10.1701 wordt de erfenis van Peeters Adriaen en Spapen Elisabeth verdeeld onder Peeters Maria, gehuwd met Van Gestel Adriaen, Peeters Merten, momboir van Peeters Anna en van Peeters Catharina, Verbiest Merten, momboir van Peeters Elisabeth.
Kavel 1 – geloot door Peeters Merten voor en in naam van Peeters Anna
Deze kavel heeft schulden aan de H. Geest van Olen en aan Van Opstal Peter.
Kavel 2 – geloot door Peeters Maria, gehuwd met Van Gestel Adriaen
Deze kavel moet wegenis geven aan Jacobs Abraham en heeft schulden aan Van Opstal Peter en de H.Geest van Herentals.
Kavel 3 – geloot door Peeters Elisabeth, bijgestaan door Verbiest Merten, momboir
Deze kavel heeft een schuld aan Van Opstal Peter en aan H. Geest van Herentals.
Kavel 4 – geloot door Peeters Merten voor en in naam van Peeters Catharina
Deze kavel heeft schuld aan Van Opstal Peter.
Op 30.7.1701 verkopen Goor Willem en Laureijs Christiaen, momboirs van de wezen van Goor Hendrick en Laureijs Maria granen op het veld.
Kopers zijn: Goor Willem, Menten Merten met borg van Van Dijck Jan, Verbiest Jan met borg van Menten Dilis, Clijnen Jan met borg van Verachtert Pauwels.
Op 29.10.1701 wordt de erfenis verdeeld van Van Bijlen Jeroenen Dils Catlijn, tussen Van Bijlen Christiaen, Van Bijlen Martinus, Van Bijlen Anna Margareta en Van Bijlen Peter, bijgestaan door de momboirs Dils Jan en Van Bijlen Christiaen.
Kavel 1 – geloot door Van Bijlen Anna Margareta
Deze kavel heeft schulden aan Roja (rentmeester), aan Tibarts Jan en aan Goosen Jan.
Kavel 2 – geloot door Van Bijlen Martinus
Deze kavel en kavel 3 zijn verplicht Van Bijlen Elisabeth te onderhouden.
Kavel 3 – geloot door Van Bijlen Peter
Deze kavel heeft schulden aan Van Ysendijck (advocaat), en aan Goossens Jan.
Kavel 4 – geloot door Van Bijlen Christiaen
Deze kavel heeft schulden aan erven Swinnen.
De erfgenamen hebben een gezamelijke schuld aan het Begijnhof van Herentals.
Op 30.9.1702 wordt een akkoord bereikt tussen Meynten Egidius en Van Genechten Jan, momboirs, en Lemmens Gooyvaert, weduwnaar van Van Genechten Catlijn, betreffende zijn kinderen Lemmens Jenneken en Lemmens Maria.
Op 12.1.1703 wordt de erfenis verdeeld van Bulckens Janen Jongelincx Catlijn, onder: Bulckens Jan, Bulckens Maria, gehuwd met Van Den Broeck Adriaen, Bulckens Catharina, geassisteerd door Meir Martinus (schepen), Bulckens Anna, geassisteerd door Goir Peter en Bulckens Jan, geassisteerd door Wuyts Lud. (meier).
Een hooiwas in de Kauwaert onder Geel blijft onverdeeld.
Kavel 1 – voor Bulckens Merten
Kavel 2 - geloot door Bulckens Maria
Kavel 3 – geloot door Bulckens Catharina
Kavel 4 – geloot door Bulckens Anna
Kavel 5 – geloot door Bulckens Jan
Op 23.2.1704 wordt een akkoord opgesteld tussen Cluyts Martinus, Verboven Mattheus, Luyten Janen Verboven Adriaen, momboirs, en Verboven Elisabeth, weduwe van Cluyts Marcus en van Luyten Mertenbetreffende haar kinderen. De moeder krijgt toestemming een bempt in Oosterwijk te verkopen om haar huis op te bouwen.
Op 3.3.1704 bekennen meier Wuyts Lud., schepenen Heyns Hendrick en Wilms Michiel, en de bedesetters Smets Nicolaes, Wilms Peter, Meir Leonard en Van Lommel Laureijs, achterstallige schuld aan Bellens Gerardus, wonend in Gerheiden.
Op 5.5.1704 wordt een akkoord bereikt tussen Smets Nicolas en Visschers Gilliam, momboirs, en Smets Dionisius, weduwnaar van Verluyten Elisabeth, betreffende zijn kinderen Smets Adriaen, Smets Maria, Smets Anna, Smets Catharina en Smets Elisabeth.
Op 17.7.1704 wordt een akkoord bereikt tussen Bertels Martinus en Van Genechten Adriaen, momboirs, en Bertels Michiel, weduwnaar van Van Isschot Maria, betreffende zijn kinderen Bertels Jan en Bertels Anna Maria.
Op 7.8.1704 wordt een akkoord bereikt tussen Van Eynde Willem en Peijs Jan (de jongere), momboirs, en Peys Maria, weduwe van Van Eynde Jan, bijgestaan door Heyns Hendrick, betreffende haar kinderen Van Eynde Jan-Baptist, Van Eynde Peter, Van Eynde Gilliam en Van Eynde Adriaen.
Om de schulden af te lossen verkoopt ze een perceel land in Zoerle, genaamd het Silleken, en een heide in Olen.
Op 9.8.1704 treedt Stijnen Peter, zoon van Stijnen Jan en Verhaert Anna, op voor zichzelf en als momboir van zijn broers Stijnen Bernard, Stijnen Balthazar en Stijnen Jan, bij de uitkoop van de hafelijke meubelen.
Op 16.8.1704 wordt een akkoord bereikt over de uitkoop van de hafelijke meubelen van Van Hoof Jan en Van De Bruel Maria, ten voordele van hun zoon, Van Hoof Hendrick, bijgestaan door de momboirs Van De Bruel Jan en Hens Hendrick.
Op 19.2.1705 wordt een akkoord bereikt tussen Van Genechten Adriaen (Janszoon) en Wilms Michiel, momboirs, en Mertens Margareta, weduwe van Van Genechten Andries, bijgestaan door Heyns Hendrick, betreffende haar kinderen Van Genechten Elisabeth, Van Genechten Maria, Van Genechten Dympna, Van Genechten Andriesen Van Genechten Adriaen.
Op 16.10.1705 bekennen Wuyts Ludovicus (meier), Heyns Hendrick (schepen), Wilms Michiel (schepen), Lemmens Merten (burgemeester), Wuyts Peter (burgemeester), Wilms Peter (gezworen),De Busscher Jan (gezworen), Verbiest Adriaen (gezworen), en Helsen Adriaen (gezworen) een schuld en beloven deze terug te betalen.
Op 11.2.1708 wordt de erfenis verdeeld van Verhestraeten Mertenen Verboven Catlijn.
Kavel 1 – voor Anna Verhestraten, gehuwd met Menten Jan
Kavel 2 – geloot door het weeskind van Verhestraten Jan, nl. Verhestraten Anna, bijgestaan door haar momboirs, Helsen Adriaen en Van Bijlen Merten
Kavel 3 – geloot door Verhestraten Maria, weduwe van Heylen Hendrick, bijgestaan door Willems Michiel, haar momboir
Op 11.2.1706 wordt een akkoord bereikt tussen Helsen Adriaenen Van Bijlen Merten, momboirs, en Heylen Catlijn, weduwe van Verhestraten Jan, betreffende haar kind, Verhestraten Anna.
Op 7.7.1706 wordt de erfenis verdeeld van Van Eynde Jan en Jongelincx Anna.
Kavel 1 – bevallen aan Van Eynde Elisabeth, gehuwd met Bertels Michiel
Kavel 2 – voor Van Eynde Anna, bijgestaan door schepen Willems Michiel
Kavel 3 – voor Van Eynde Adriaenals momboir van Van Eynde Catlijn
Kevel 4 – voor Goor Peter als momboir van Van Eynde Merten
Op 9.12.1706 wordt een akkoord bereikt tussen Huysmans Matheusen Michiels Peter, momboirs, en Meir Dijmpna, weduwe van Huysmans Willem, hertrouwd met Cluydts Jan, betreffende haar zoon, Huysmans Adriaen, waarbij gesteld wordt dat hij blijft leren bij de Paters Augustijnen in Herentals.
Er zijn schulden aan Bellens Jan (Wiekevorst), Douwen Antonis (Gelendel) en Huysmans Matheus.
Op 9.12.1706 wordt een akkoord bereikt tussen Heyns Adriaen en Van Genechten Adriaen, momboirs, en Heyns Hendrick, weduwnaar van Van Genechten Catlijn, betreffende zijn kinderen: Heyns Adriaen, Heyns Maria, gehuwd met Vermeerberghen Jan, Heyns Dijmpna, gehuwd met Luyten Jan, Heyns Anna en Heyns Peter. Voor de laatste 2 is er een bijzondere regeling wegens een testament van hun oom, Heyns Cornelis.
Op 17.12.1706 wordt een akkoord bereikt tussen Lemmens Jan en Dois Jan (Janszoon), momboirs, en Dois Adriaena, weduwe van Lemmens Gijsbrecht, bijgestaan door Heyns Hendrick, betreffende haar kind, Lemmens Maria. Volgens een vroeger akkoord bij Renders Jacobus (Mr.) uit Lichtaart wordt ook een regeling besproken voor de voorkinderen van voornoemde Lemmens Gijsbrecht, nl. Lemmens Jan en Lemmens Anna.